De tassen van Cartier worden, net als de sieraden van het van oorsprong juwelenhuis, met oog voor detail gemaakt. Zo ook de nieuwe Panthère de Cartier-lijn, waarvan Lily Collins het gezicht is. Wij kregen een exclusief kijkje in het tassenatelier in Parijs waar alle Cartier-tassen worden ontworpen. Ook spraken we na afloop met Marlin Yuson, Cartier’s Creative Director of Leather Goods, en Lily Collins herself over de designs. Want waar en waarover kan je ‘Emily’ beter spreken dan in Paris over mode-accessoires?
Geschiedenis van het huis
Eerst even kort de geschiedenis van Cartier. Zoals gezegd ontstond het bedrijf als sieraden- en horlogemaker, toen Louis-François Cartier in 1847 de Parijse werkplaats van zijn leermeester overnam. In 1904 ontwikkelde Cartier het allereerste polshorloge, en in 1914 verscheen voor het eerst een pantermotief op een Cartier-ontwerp.
Het was destijds heel bijzonder dat Maison Cartier in 1920 een vrouwelijke creatief directeur kreeg. En niet zo maar een: Jeanne Toussaint, ook wel ‘de Panter’ genoemd, had een kenmerkende, eigen stijl. Haar ontwerpen waren kleurrijk, volumineus en modern. Vorig jaar was haar werk nog uitgebreid te zien in de tentoonstelling Here We Are! Women in Design 1900 – today in de Kunsthal in Rotterdam, wat wel aantoont hoe belangrijk zij en haar werk waren.
Cartier bleef een familiebedrijf tot 1964, toen de familie Cartier het bedrijf verkocht. Vanaf de seventies introduceerden de nieuwe eigenaren de nieuwe lijn Les Must de Cartier, en vanaf 1973 werden er ook leren accessoires gemaakt. Die Les Must de Cartier-tassen werden meteen heel populair, zo wordt ons in het Parijse atelier – onderdeel van het hoofdkantoor van Cartier – verteld. Ze hadden ook een heel expliciete, herkenbare look: gemaakt van wijnrood leer en suède, met het uit die tijd bekende C-logo én goudkleurige hoekjes. Oftewel: tassen met de flair van sieraden.
