Onlangs werd bekendgemaakt dat Nederland per 1 juli het tweede Europese land wordt met wetgeving waar modemerken verantwoordelijk worden voor kledingafval. Uit cijfers blijkt dat we op wereldwijd niveau jaarlijks zo’n zestig procent meer kledingstukken kopen dan vijftien jaar geleden.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
En de uitvoer van afgedankte kleding uit de Europese Unie naar met name Afrika en Azië is tussen de jaren 2000 en 2019 verdrievoudigd, zegt het Europees Milieuagentschap. Daarom is verandering nodig om deze vervuiling te stoppen en de omgang met kledingafval over een andere boeg te gooien. We vroegen Susan Sjouwerman, journalist voor NOS, Vogue, Elle en oprichter van het platform @modeconomie wat dit voor jou als consument betekent.
Toekomst van kledingafval
Wat houdt deze wet in?
“De bedoeling van de nieuwe wet is dat er straks minder van onze afgedankte kleding vernietigd wordt of op afvalbergen in bijvoorbeeld Ghana, Kenia of Chili terechtkomt. In het kort houdt het in dat modebedrijven en andere textielproducenten zelf verantwoordelijk worden voor het inzamelen, sorteren, hergebruiken en/of recyclen van oud textiel dat zij maakten. En ze moeten dat zelf ook gaan bekostigen. Nu zijn gemeenten daar nog verantwoordelijk voor. Er zijn wettelijke doelen gesteld aan hoeveel van dat oud textiel moet worden hergebruikt en gerecycled. In 2025 moet dat 50 procent zijn, in 2030 moet het zijn opgelopen naar 75 procent.”
Hoe zit dat precies vanaf 1 juli?