“Mijn eerste afspraak in de mode was met Gucci.” Sabato De Sarno zit op een van de vier Mario Bellini Le Bambole-stoelen in zijn Romeinse kantoor met zijn teckel Luce op zijn schoot. Het is “een maand en tien dagen” geleden dat hij het roer overnam als creatief directeur van Gucci. Het merk is eigendom van Kering en heeft een waarde van omgerekend ruim 9 miljard euro. Het hondje voelt zich al helemaal thuis in Gucci’s 17e-eeuwse Palazzo Mancini-Salviati hoofdkantoor. Maar De Sarno, een jongensachtige veertigjarige met een gevoelig, bedachtzaam karakter, is nog steeds aan het settelen. Hij leert de teams kennen, voert producttests uit en gaat zitten voor inleidende interviews zoals deze. Hij begint met een persoonlijk verhaal over een vroegere mode-aankoop.
Sabato De Sarno over zijn plannen voor Gucci
“Ik nam de trein naar Rome. Daar kwam ik voor de eerste keer in een luxe modewinkel”, vertelt hij op een dag in juli. “Ik weet nog dat ik verrast was toen ik de mensen buiten in de rij zag staan. Ik denk dat ik me net zo voelde als mijn neefje nu doet wanneer ik met hem naar Disneyland ga. Het was emotioneel. Toen het mijn moment was om naar binnen te gaan, kocht ik dit jasje. Een jasje van Tom Ford. Fluweel, dieprood, met een zwarte kraag. Ik verkocht de ketting die ik van mijn ouders had gekregen om hem te kopen. Dat weten ze niet.”
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Tegenwoordig bestaat zijn uniform uit zwarte T-shirts, zwarte jeans en witte Converse All-Star-sneakers. Maar hij heeft nog steeds dat ene Gucci-jasje. “Nu is hij heel klein voor mij”, zegt hij. “Toen was ik een jonge man, maar ik bewaar hem nog steeds omdat ik hem zo mooi vind.”
Wie is Sabato De Sarno?
De Sarno is afgestudeerd aan het Istituto Secoli in Milaan en werkte eerst bij Prada en Dolce & Gabbana. Daarna zat hij meer dan tien jaar bij Valentino. De Sarno werkt al twintig jaar in de mode, maar voordat hij bij Gucci aan de slag ging, werkte hij altijd achter de schermen – en daar voelde hij zich op z’n gemak. “Dit is een heel nieuw moment voor mij”, vertelt hij. “Ik ben een dromer. Maar eerlijk gezegd heb ik nog nooit gedroomd van zoiets als dit.”
Toen hij het jasje kocht, wist De Sarno dat hij modeontwerper wilde worden. “Ik ben opgegroeid in een klein dorpje in het zuiden. Het heet Cicciano, dichtbij Napels”, vertelt hij. “Ik was altijd erg geïnteresseerd in wat mensen op straat droegen. Het is het eerste communicatiemiddel naar andere mensen toe om te laten zien wie je bent. Toen begon ik na te denken over het maken van kleding. Mode draait voor mij om het helpen van mensen om zichzelf te zijn.”