De twee zijn creatieve duizendpoten die een intiem toevluchtsoord hebben gecreëerd. Bevriende kunstenaars komen continue over de vloer en laten in een almaar evoluerend gesamtkunstwerk eigen werken achter. Vogue Living interviewde Luca en Carl over Berlijn (en Hamburg), hun werk, de liefde en hun eerste ontmoeting.
Luca Aimée Kröger en Carl Tagaert over hun werk en leven in Berlijn
Vanuit riante ramen op de hoogste verdieping van het pakhuis waar het appartement van Luca en Carl gevestigd is, heb je een weids uitzicht over de skyline van Berlijn. Verlaten treinrails, het overvloedige groen van het Gleisdreieck Park, de torenhoge Fernsehturm op de Alexanderplatz, het allerhoogste gebouw in Duitsland. Daglicht stroomt naar binnen. Een ochtendmoment met magisch schaduwspel dat de ruimte verwarmt voor de rest van de dag. “Wij hebben verwarming, maar onze buurman heeft dat zonlicht echt nodig”, lacht Carl (29). “Hij woont hier al veertien jaar en de man heeft geen radiator. Het zijn hier soms bijna Russische winters, met temperaturen die ver onder het nulpunt dippen. Hoe hij dan warm blijft? Hij heeft een grote hond.”
Burenliefde en community zijn een van de redenen waarom Luca (31) hier ooit is komen wonen. Zo vertellen Luca en Carl over Berlijn: “Het kan een anonieme, wat kille stad zijn. Maar hier mengen alle lagen van de bevolking zich en helpen bewoners elkaar. Dit is een oud pand uit 1902. Heel mooi, maar slecht onderhouden, dus we moeten het ook van elkaar hebben waar nodig.” Ze licht haar idee voor de inrichting toe: “Bij binnenkomst wil ik dat het aanvoelt als een omhelzing. Warm, licht met de witte vloeren, heerlijk knus en cosy.”
Imperfectie
De twintig meter hoge muren lieten ze kaal en gestript. Her en der staan krabbels, tekeningen en teksten van oude bewoners en bouwvakkers. Als geheime briefjes. “Het moet niet te gepolijst worden”, vindt Luca, “dat past helemaal niet bij een plek als deze. De ruimte leeft en ademt vanwege de imperfectie.” Dat heeft het koppel aangevuld met louter tweedehands en vintage interieurvondsten of erfstukken. Zoals een opnieuw beklede biedermeiersofa uit de negentiende eeuw.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
De deur van Luca en Carls appartement staat altijd open en ze hebben vaak andere kunstenaars te logeren die zo lang als ze willen mogen blijven. Vaak maken ze dan iets wat in het huis blijft, zo beschilderde Miró Ingmar Tiebe het plafond bij de entree in een klassiek decoratieve stijl met een moderne twist. Carl gebruikt de gastenkamer als atelier om te schilderen. “Het is het allermooiste om hem daarin te zien opgaan”, aldus Luca. “Dan zit hij in zo’n diepe concentratie en flow, vergeet-ie de tijd. Na acht uur zeg ik dan: misschien moet je eens iets eten?”
Tijdens het interview valt Luca Carl – die ze ook wel liefkozend ‘Carli’ noemt – vaak bij. Bij toeval vindt dit gesprek niet plaats in Berlijn, maar in de Parijse wijk Marais, omdat we hier op het moment van het interview alle drie blijken te zijn. Het is een elegant duo, met hun hondje Feiva. Hij met donkere krullen in een vintage leren Jil Sander-jas, zij met grote, ijsblauwe ogen, geen greintje make-up, gouden oorbellen gekregen van duurzaam designer Jorinde Barke, een nauwgesneden zwarte jas en stevige boots. Ze zijn beiden kalm, weloverwogen en vriendelijk, en op deze kraakheldere, maar koude dag is de liefde en affectie tussen de twee duidelijk voelbaar.