Halina Reijn weet nog dat ze voor het eerst een theatervoorstelling zag. “Ik was dertien, mijn moeder nam me mee naar Toneelgroep Amsterdam.” Het stuk: Lulu. Over “een sekswerker, een meisje” gespeeld door Chris Nietvelt, dat zich alsmaar aanpast aan “elke klant of oom of whatever man dan ook het podium opkomt”. Lulu is altijd wie de man tegenover haar wil dat ze is. “Een totale kameleon”, zegt Reijn, “en daarmee de ultieme vrouw in het patriarchaat.”
Groot succes voor Halina Reijn
Dat hele patriarchaat even daargelaten: Reijn wilde Lulu zijn. Want tegelijk, zegt ze, sprak uit die rol zo veel autonomie, zo veel controle. “Chris had een uiterlijk dat anders was dan van anderen, niet de modellen die ik in bladen zag en in wie ik me totaal niet herkende. Als ik die bladen las, dacht ik: ik ben te anders, ik ben te raar, te bang. Chris had iets beestachtigs.” Ze houdt haar handen als een soort klauwen boven haar hoofd bij dat laatste woord.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Zelfs via Zoom, vanuit haar appartement in New York, is Reijn een opvallend entertainende gesprekspartner. Ze is een waterval van woorden, stemmetjes, onderkoelde humor; ze voert een gesprek dat moeiteloos wisselt tussen haar MeToo-ervaringen als actrice (“Ik kan je wel zevenhonderd verhalen vertellen waarvan je denkt: excuse me?“), haar moeite met daten (“Ik leef echt als een non, misschien moet ik toch weer eens op een app”) en haar enigszins zwarte kijk op de wereld (“De dood, weet je wel, die komt. Memento mori, we gaan allemaal dood”).