Vorige zomer liep ik na een feestje naar huis met een jongen. Hij had een smoking aan en ik een jurk, het was midden in de nacht maar toch nog warm, we hadden elkaar een paar uur eerder ontmoet en bleken nu al tien gemeenschappelijke vrienden te hebben. Het was, kortom, filmisch. Halverwege onze wandeling vroeg hij waar ik eigenlijk woonde. Toen mijn huis nog een minuut of twintig lopen bleek, begon hij ongemakkelijk te zwijgen. Na een paar minuten zei hij: “Hé, even voor de duidelijkheid, als we bij jou zijn, gaan we dan zoenen?” Toen hij mijn verbaasde gezicht zag, voegde hij toe: “Want als we niet gaan zoenen, vind ik het een beetje gedoe om helemaal met je mee te gaan.”
Dateleed
Ik duik deze anekdote graag op als mensen om mij heen weer eens klagen over datingapps – over hoe vluchtig het swipen is, hoe horkerig mensen zich online gedragen, hoe je je onderworpen voelt aan een vleeskeuring terwijl je zelf ook iedereen afrekent op een uiterlijke scan van een halve seconde. Wat ik ermee wil zeggen: ook buiten die apps, zelfs in een min of meer objectief ideale setting, is er een heleboel dateleed.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.