Het is eind januari, een volle maand voor het debuut van Sarah Burton bij Givenchy, en een hele muur met proeflooks wordt met nauwgezette precisie opgesteld in het atelier aan de Avenue Georges V van het modehuis, in de volgorde waarin ze in maart tijdens Paris Fashion Week over de catwalk mogen lopen. Burton werd in september aangesteld, maar ze heeft meer dan alleen de laatste zes maanden voorbereidingstijd aan haar zijde.
Ze komt namelijk van Alexander McQueen, waar ze begon als assistente van Lee – tijdens de Givenchy-periode van haar voormalige baas rond 1997 bracht ze showstukken heen en weer van Londen naar Parijs – en uiteindelijk in zijn voetsporen trad. Aan het einde van haar 26-jarige ambtstermijn daar in 2023 was ze zo geliefd, zo gerespecteerd, dat haar vertrek een industriebrede verontwaardiging teweegbracht over het gebrek aan vrouwelijke creative directors bij de grootste modehuizen.
Sarah Burton bij Givenchy
Nu is ervaring ineens heel belangrijk bij het aannemen van ontwerpers. Burtons mede 50-plussers Alessandro Michele en Peter Copping zijn aangesteld bij Valentino en Lanvin, waarmee ze de trend omkeren dat disruptor designers en nummer twee’s de belangrijkste banen kregen in de laatste paar stoelendansrondes. Ook Haider Ackermann, een andere Gen X-ontwerper, maakte woensdag zijn eigen debuut bij Tom Ford, twee dagen voor Burtons Givenchy-onthulling.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Voor Burton is Givenchy de mooiste opdracht. “Voor mij is er altijd een tegenstelling in wat ik doe: je hebt de jurk en de tailoring, en ik vind het geweldig dat dit huis beide dingen in zijn DNA heeft. Het voelde alsof het een geweldige plek was om te zijn.” Dat mag waar zijn, maar ze is aangekomen op een moment dat het DNA van het huis een beetje verward is, na de ambtstermijnen van Matthew M. Williams en Clare Waight Keller. Je zou Givenchy’s laatste zes jaar kunnen beschrijven als een lange periode van soul searching, met slechts beperkte duidelijkheid.