moet-er-een-verbod-komen-op-ultra-fast-fashion-platforms-als-shein-en-temu-339918
©GETTY IMAGES

Toezichthouders kunnen de stroom aan pakketjes van ultra-fast fashion-giganten als Shein en Temu niet meer aan, meldt NOS. De hoeveelheid bestellingen is zo groot dat het onmogelijk is geworden om alles te controleren. Met als gevolg: een markt overspoeld met gevaarlijke, giftige en niet-duurzame producten. Ligt de verantwoordelijkheid bij de consument, of is het tijd dat de overheid rigoureus ingrijpt?

Het probleem met ultra-fast fashion

Fast fashion lag al onder vuur door de lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden en de impact op het milieu. Maar de opkomst van ultra-fast fashion, waarbij kleding binnen enkele dagen na een trend gespot te hebben al geproduceerd en verkocht wordt, heeft die kritiek alleen maar versterkt. Platforms als Shein en Temu verkopen extreem goedkope kleding, vaak van discutabele kwaliteit, en ontwijken regels door bestellingen in kleine, losse pakketjes te verzenden.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Wat ultra-fast fashion extra problematisch maakt, is de snelheid en schaal van de productie. De kleding is gemaakt om slechts een paar keer te dragen voordat het op de afvalberg belandt. Dit leidt niet alleen tot gigantische milieuschade, maar ook tot een vicieuze cirkel van overconsumptie, waarbij kleding steeds sneller wordt gekocht én weggegooid.

Ligt de verantwoordelijkheid bij de consument?

Kort gezegd is het de schuld van de koper dat ultra-fast fashion zo populair is – al blijkt het in de praktijk iets ingewikkelder. Mode-activisten waarschuwen al jaren over de slechte arbeidsomstandigheden en milieuschade van ultra-fast fashion. Toch weerhoudt dit menig consument er niet van om vijf T-shirts voor de prijs van één in te slaan. Waarom? Omdat goedkoop shoppen verslavend werkt. Het kortetermijngenot van een nieuw kledingstuk weegt voor velen nu eenmaal zwaarder dan de abstracte langetermijnimpact.

En de marketingstrategie van deze giganten is slim: consumenten krijgen de illusie van een koopje, terwijl de werkelijke kosten – voor mens en milieu – op de achtergrond verdwijnen. Bovendien is het heel verleidelijk om van ultra-fast fashion-ketens te kopen, aangezien die vaak een plekje bovenaan weten te bemachtigen bij zoektermen op Google. Als je vervolgens op een van deze producten klikt, komen daar ook nog eens tactieken als goedkope deals en tijdsdruk (“nog 2 minuten korting”) bij. In deze setting is het moeilijker voor consumenten om volledig rationeel en ethisch te shoppen. En doordat bestellingen onder een bepaald bedrag vaak vrijgesteld zijn van importheffingen, kunnen deze bedrijven hun prijzen zo laag houden dat Europese merken niet kunnen concurreren.

Je kunt je afvragen waarom deze marketingtactiek niet wordt toegepast op kleinere duurzame merken en tweedehandsplatforms, maar dat druist in tegen de principes van duurzaamheid, omdat het ook overconsumptie stimuleert. Kortom: schaakmat. Ultra-fast fashion blijft dominant zolang het goedkoper en makkelijker is dan de rest.

Moet de overheid ingrijpen?

Maar als het echt zo slecht is, waarom verbieden we de boel dan niet? Een totaalverbod op platforms als Shein en Temu lijkt helaas onhaalbaar. Zelfs als een platform verdwijnt, duikt er snel een nieuw alternatief op. De Europese Commissie werkt wel aan strengere regels, zoals het herinvoeren van importheffingen op kleine bestellingen en onderzoeken naar de verkoop van illegale producten op deze platforms. Maar de vraag is of dat genoeg is. Ondertussen kunnen wij alleen maar blijven herhalen dat ultra-fast fashion shoppen alles behalve onschuldig en niet zonder gevolgen is. Voor de mensen die de kleding maken, voor het milieu en uiteindelijk ook voor de consument zelf.

Lees dit artikel van modejournalist Susan Sjouwerman met tips om slimmer en duurzamer te winkelen.