Absoluut het slimste wat Vogue kon doen: de heraut van het pessimisme vragen om een stuk te schrijven over sisterhood. Het thema van dit nummer is een term die omgeven is met fuzzy feelings over vrouwenvriendschappen en samen sterk staan, maar het zegt mij niks. Ik vind het onzinnig om op basis van geslacht alleen (en gender, daar wil ik meteen even vanaf wezen – iedere vrouw hoort erbij) een verwantschap te voelen.
Ik voel helemaal niks bij rechtse zusters als Eva Vlaardingerbroek en haar omvolkingsfabeltjes, bij minister – wat heet – Marjolein ‘ik ben beleid’ Faber en haar racistische theorieën. Ook voel ik niks bij tradwives die oude wijn – de vrouw is dienend aan de man – presenteren in wholesome nieuwe zakken, met taartenbak-TikToks en weckpotesthetiek. Of nou, ik lieg: ik voel daar van alles bij, maar niks positiefs – en al helemaal geen verwantschap.
Solidariteit op basis van vrouw-zijn
Natuurlijk: we leven in een vrij land, dus heeft iedereen het recht op een eigen gedachtengoed en mag iedereen haar leven inrichten zoals haar dat goeddunkt. Be my guest. Maar solidariteit voelen uitsluitend op basis van ons vrouw-zijn valt me zwaar. Het steekt mij dat sommige vrouwen denken dat gelijkheid alleen strekt tot de eigen groep, dat een andere culturele achtergrond bijvoorbeeld al reden is om mensen uit sluiten.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
En ik worstel ermee dat tradwives het feminisme verguizen, terwijl het feit dat zij überhaupt de keuze hebben om thuisvrouw te zijn, juist aan dat feminisme te danken is. Hell, tot 1957 – en dat is niet zo overdreven lang geleden – werd je als vrouw nog handelingsonbekwaam geacht en moest je elke scheet met toestemming van je man laten. Als vrouw had je geen ander recht dan het aanrecht.