Elke dag een SPF (sun protection factor) smeren? Ja! En wel omdat uv, infrarood en blauw licht samen meer schade aanrichten aan de huid dan je lief is. Studies van onder meer de Britse National Library of Medicine laten zien dat blootstelling aan uv-stralen de grootste veroorzaker is van rimpels en huidverslapping. Dit móet je weten over zonbescherming.
Zonbescherming 1-0-1
Met name uv-A is een gemene, en uv-A is er altijd. Denk: versnelde huidveroudering door afbraak van collageen, pigmentvlekjes en in het ergste geval huidkanker door DNA-schade. Weet: uv-A gaat door ramen en kleding heen. Hou in de zomermaanden bovendien de uv-index van het KNMI in de gaten, dan weet je hoeveel kans je hebt te verbranden door uv-B.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
En hoe zit het met het verhaal over vitamine D-tekort door zonbescherming? Geen zorgen: een kwartiertje buiten is al genoeg om vitamine D via de (onbeschermde) handen binnen te krijgen. Alleen bij een gepigmenteerde huid is dit wat lastiger. In dat geval kan de huisarts je na een bloedanalyse een D-supplement aanraden.
Filters in het kort
Er zijn twee soorten filters: chemische (zonnebrand zoals de meeste mensen ‘m kennen) en minerale (ander woord: fysische). De eerste absorbeert uv, de tweede absorbeert én weerkaatst het. Minerale filters zijn enorm in opkomst, omdat ze natuurlijk zijn. Denk aan: zinkoxide en titaniumdioxide, witte poeders die tot voor kort producten stugger maakten. Maar die tijd is voorbij: door het poeder op te delen in superkleine stukjes – tot nanogrootte – smeren ze goed uit en is ook het gevreesde witte waas er niet meer bij. Omdat die deeltjes omhuld worden door een coating, kunnen ze niet te ver in de huid dringen (het probleem van nano) en blijven ze op de huid liggen.