Hakim Ziyech ploft na zijn fotoshoot voor Vogue met een blikje Fanta in een fauteuil. Hij heeft de make-up nog maar net van zijn gezicht geveegd en zijn eigen kleding weer aangetrokken: een pet, een beige Dior-trui, een roségouden horloge en een gescheurde spijkerbroek. “Dit is niet iets wat ik vaak doe, shoots en zo”, zegt de 30-jarige stervoetballer. Hij is voor twee dagen naar Amsterdam gevlogen vanuit Londen, waar hij al bijna drie jaar bij Chelsea speelt sinds zijn vertrek bij Ajax. “Ik hou niet zo van de spotlights, mijn tijd en energie steek ik liever in andere dingen. Mijn focus ligt nu op de sport.”
Vogue in gesprek met Hakim Ziyech
Lijkt me ingewikkeld om in zo’n wereld te zitten als je niet van de schijnwerpers houdt.
“Is het ook. Ik hou van mijn privacy, maar dat is allemaal weg. Op elke stap die ik zet, wordt gelet. Maar zodra ik uit de spotlights ben, probeer ik gewoon lekker mijn eigen leven te leiden.”
De schijnwerpers waren het afgelopen jaar het felst tijdens het WK in Qatar, het hoogste voetbalpodium van de wereld. Alle ogen waren gericht op Ziyech en zijn ploeggenoten van het Marokkaanse nationale team, het eerste Afrikaanse elftal ooit dat kans maakte op een WK-finaleplek. Media spraken van een WK-sprookje. Met elke overwinning van de Atlasleeuwen, nam de Marokko-gekte toe. En niet alleen in Marokko en in de Marokkaanse diaspora, iederéén leek te juichen voor het vrolijke team dat de wereld verraste en ronde na ronde favorieten versloeg. Het kwam tot de halve finale, een unicum voor Marokko.