Turnsters en tweelingzussen Sanne en Lieke Wevers kwalificeerden zich deze week officieel voor de Olympische Spelen 2024 in Parijs. Vogue spreekt de twee zussen over de Spelen, en fotograaf Roger Neve legt hun voorbereidingen exclusief vast in Parijs. Hoe hebben ze de afgelopen tumultueuze jaren ervaren, met de crisis in de turnwereld? Hoe bereiden Sanne en Lieke Wevers zich voor op de Olympische Spelen? En wat gaan ze daarna eigenlijk doen? De tweelingzussen vertellen er openhartig, vrolijk en vastberaden over. “We willen nu vooral genieten van de sport en kijken enorm uit naar Parijs!”
Sanne en Lieke Wevers naar de Olympische Spelen
We spreken Sanne vlak voor de definitieve kwalificatie voor de Olympische Spelen, terwijl ze zich in Gent klaarmaakt voor de laatste kwalificatiewedstrijd. Lieke spreken we een week later, krap drie weken voor de Olympische Spelen. Een dag eerder werd duidelijk dat zij en haar zus Sanne definitief naar de Spelen in Parijs mogen. Waarom eigenlijk zo laat? Lieke: “We hebben daar zelf voor gekozen als turnploeg, omdat je dan het best weet wie er echt in de beste vorm is voor de Olympische Spelen. Het was even spannend ja, maar het is gelukt!”
De afgelopen weken en maanden hebben jullie keihard getraind. Hoe ziet een gemiddelde dag eruit voor de kwalificatie van de Olympische Spelen?
Sanne: “Meestal staan we rond 07.30 uur op, ontbijten we en gaan we naar de zaal voor de ochtendtraining van 09.00 uur tot 11.30 uur. Dat is een voorbereidende vorm van trainen, waarin we allerlei basisoefeningen en krachtoefeningen doen, en trainen op toestellen. Na de ochtendtraining eten we thuis, om vervolgens naar de middagtraining te gaan. Deze is zwaarder en duurt ongeveer 3,5 uur. Daarnaast doen we twee keer in de week een krachttraining.”
Lieke: “In juni hebben we vier weken lang in Parijs getraind, samen met de Franse ploeg. We wilden de voorbereidingen daar doen omdat ze exact alle toestellen hebben die ook op de Olympische Spelen worden gebruikt. We hebben een goede connectie met de Franse ploeg en we zagen allemaal de meerwaarde in van samen trainen.”
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Een bewogen tijd na de Olympische Spelen in Tokio
Wie zijn ‘we’ in dit geval?
Lieke: “Sanne, Naomi Visser en ik. We hebben ons na de Spelen in Tokio in 2021 afgesplitst van de rest van de nationale ploeg en trainen nu in de Achterhoek. Hiervoor trainden we zes jaar in Heerenveen, maar dat hield op. Er was voor de Olympische Spelen in Tokio een grote crisis in de turnwereld, waarbij coaches opzij zijn gezet. Dat gold ook voor onze coach Vincent. Bij de Olympische Spelen in Tokio ging van alles mis.”
“De staf mocht eerst niet mee naar de Olympische Spelen; er kwamen voor ons onbekende vervangers. Na die Olympische Spelen was er geen bondscoach en geen technisch directeur meer; er was geen leiding of richting. Onze coach mocht niet meer werken in Heerenveen. Alles was in elkaar gekletterd, maar zo wilden we onze carrière niet eindigen. Dus namen we het heft in eigen handen. We wilden een onafhankelijke, gezonde situatie creëren om in te trainen.”
Jij hebt het over jullie coach Vincent, maar hij is natuurlijk ook gewoon jullie vader. Wat heeft deze fase met jou als mens en als turnster gedaan?
Lieke vertelt bedachtzaam: “We zijn gewend privé en zakelijk behoorlijk van elkaar te scheiden, dus ik kan hem ook echt professioneel als mijn coach zien. Maar goed, Vincent is inderdaad onze vader, dus natuurlijk raakt je dat ook persoonlijk. In de tijd dat hij onder vuur lag, voelden we ons als Nederlandse turnsters kwetsbaar en machteloos in onze strijd. We waren het niet eens met wat de Nederlandse turnbond deed en welke keuzes ze maakten over de Olympische Spelen. We gaven aan wat we nodig hadden, maar daar werd niks mee gedaan. Het was een ongezonde machtsstrijd die wij niet konden winnen als onschuldige turners.”
De tekst gaat door onder de afbeelding.