Ik heb de boot gemist met Sex and the City. Ik heb er vroeger niet naar gekeken – met name omdat ik letterlijk een foetus was toen de eerste aflevering in 1998 werd uitgezonden. Als volwassene denk ik dat ik het onbewust uitstelde om in Sex and the City te duiken. Waarschijnlijk omdat ik vermoedde dat ik, zodra ik begon met kijken, volledig geobsedeerd zou raken.
‘Ik keek voor het eerst naar ‘Sex And The City’ en dacht dit’
Omdat SATC dit jaar 25 jaar bestaat, kreeg ik de opdracht de klassieke serie voor Vogue te recenseren als een ‘maagdelijke’ kijker en lid van Generatie Z. Ik kon het onvermijdelijke niet langer uitstellen en was zo excited. Eindelijk zou ik ontdekken waar al die ophef over ging. Ik zou genieten van de mode, mijn New Yorkse fantasieën beleven via deze vier vrouwen en uitvinden of ik een Carrie, een Miranda, een Samantha of een Charlotte ben. (Spoiler alert: ik ben geen van allen.)
Vijfentwintig jaar te laat, maar hier zijn mijn hot takes na het kijken van seizoen één van Sex and the City.
‘I love to hate Carrie’
Ze is een journalist in de grote stad met een schoenenverslaving – daar kan ik me in vinden. Ik kan me echter niet vinden in veel van de conclusies die ze in haar columns trekt. Neem aflevering twee, waarin Carrie onderzoekt waarom bepaalde mannen alleen met modellen uitgaan. The gang maakt modellen uiteindelijk te schande door te suggereren dat het “bimbo’s” zijn die geen echte banen hebben. (Ik citeer Samantha: “Ik ben met veel mannen uit geweest en ze zeggen dat ik net zo mooi ben als een model, maar ik werk voor de kost.”)
Alle vier ontpoppen ze zich als pick-me girls (vrouwen die constant op zoek zijn naar mannelijke bevestiging omdat ze “niet zijn zoals andere vrouwen), als gevolg daarvan. In plaats van zich op mannen te richten, had Carrie’s column zich op vrouwen moeten richten. Ze had moeten vragen waarom ze met deze gemiddeld uitziende kerels uitgaan. Hoe zijn deze mannen er eigenlijk in geslaagd om modellen aan te trekken?
‘Seksuele intimidatie wordt te nonchalant behandeld’
Sex and the City is in veel opzichten een serie uit die tijd. In aflevering drie bezoekt Carrie haar getrouwde vrienden – hoewel ze toegeeft dat ze alleen vrienden met ze is zodat ze van hun huis gebruik kan maken – Patience en Peter, die in de Hamptons wonen. Volledig uit het niets laat Peter zijn penis aan Carrie zien als ze op weg is naar de badkamer. Ik snakte drie keer naar adem. Ten eerste omdat Carrie, zoals we het nu terecht zouden noemen, seksueel werd aangerand in wat zij dacht dat een veilige ruimte was. Ten tweede omdat Patience boos leek te zijn op Carrie, ondanks het feit dat zij in dit scenario het slachtoffer is. Mijn derde adempauze kwam later. Als de vriendinnen een nabespreking hebben en het flitsen bespreken alsof het niets voorstelt. Samantha vraagt zelfs luchtig: “En, hoe groot was-ie?”