Op een of andere manier blijft het debat over moederschap, kinderopvang en werk actueel. Het leidt de aandacht af van belangrijkere discussies over discriminatie, ouderschapsverlof, gelijke beloning en kinderdagverblijfkosten. In plaats van in te gaan op het idee dat vrouwen te veel verwachten door zich voort te planten en carrière te maken, wordt er zelden een diepgaande discussie gevoerd over wat er écht kan worden gedaan. Het is dan ook niet gek dat veel vrouwen boos worden wanneer steeds weer dezelfde vermoeiende ideeën naar voren worden gebracht.
Afleidende vragen
Om fair te zijn tegenover Cates, zelf een werkende moeder, heeft ze wél enkele ideeën over hoe dingen eerlijker kunnen worden gemaakt. Of je het daar nu mee eens bent of niet. In een verklaring schrijft ze: ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is kinderen te hebben, voor ze te zorgen én werk en gezin in evenwicht te houden. Het is té moeilijk om nu moeder te zijn in het Verenigd Koninkrijk.’ Ze heeft gelijk. Met het op één na duurste kinderopvangsysteem ter wereld en een regering die niet geneigd is er radicaal iets aan te doen, is ’te moeilijk’ een understatement. Ouders hebben er genoeg van. En dat geldt ook voor vaders die in dit debat nauwelijks genoemd worden. Niemand heeft het ooit over carrièremannen of werkende vaders.
Daarom is het tijd de vragen ‘kunnen vrouwen het allebei doen?’ en ‘kunnen vrouwen echt alles hebben?’ weg te gooien en daarna in brand te steken. In andere landen wordt het feit dat moeders buitenshuis werken als een gegeven beschouwd en bestaan er systemen om dat makkelijker te maken. De Britse (en Nederlandse) samenleving daarentegen komen niet verder: zij blijft zich afvragen of vrouwen überhaupt moeten werken in plaats van zich in te zetten voor echte veranderingen die het leven van gezinnen gemakkelijker kunnen maken. De vraag is een oppervlakkige afleiding. Feit is dat veel vrouwen al ‘alles doen’. Wat ze nodig hebben is hulp, geen reminder dat het combineren van carrière en moederschap een zoektocht is die hen ongelukkig maakt.
Dalend geboortecijfer
Dit alles gebeurt tegen de achtergrond van een dalend geboortecijfer – waarover veel paniekzaaierij bestaat. De gemiddelde leeftijd van een eerste moeder in Engeland en Wales is de 30 gepasseerd en in Nederland is de gemiddelde leeftijd 30,3. Verschillende politici, beleidsmakers en academici denken na over hoe dit te verhelpen. En dat zijn meestal mannen.