“Ik weet soms gewoon niet hoe ik moet leven”, zegt een vrouw van begin twintig. “Het lijkt wel of ik in een heel andere realiteit zit dan de meeste mensen.” Tranen wellen op in mijn ogen. Mijn blik glijdt over de rest van het kleine gezelschap van Extinction Rebellion dat zich op deze vroege zondagmorgen heeft verzameld op een industrieterreintje: twee jongens met oversized leren vintagejackies en oorringen; een meisje met paars haar en een zelfgebreide trui; een superverlegen vent met lang haar en zwarte kleding krabt nerveus aan zijn schouder.
Alle aanwezigen zijn twintigers, op een enkele uitzondering na, zoals ik. Om de beurt vertellen we over onze angst voor de klimaatcrisis. Het is bizar, hoe kan het dat ik, een grachtengordelvrouw van 53, me zo verbonden voel met deze mensen die mijn kinderen hadden kunnen zijn?
Voorbij een tipping point
Mijn vrienden kijken me al jaren meewarig aan als ik ze vertel welke angst er écht in me omgaat. Ik schrijf als journalist al twintig jaar over klimaatverandering. In al die jaren heb ik wetenschappers steeds wanhopiger zien worden en politici niets zien doen. Ik ben ervan overtuigd dat de aarde voorbij een tipping point is. Dat de coronapandemie een milde oefening was van de horror die ons te wachten staat. En dan bedoel ik niet over een paar decennia. Ik bedoel nu.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.