Journalist Susan Sjouwerman schrijft artikelen op het snijvlak van mode, duurzaamheid en economie. Met Vogue deelt ze regelmatig haar bevlogen opinies over hoe het beter kan in de mode-industrie. Daarnaast heeft ze haar eigen platform Modeconomie. Deze week verdiepte Susan Sjouwerman zich in duurzaamheid in de mode-industrie.
Een unieke stap: het Franse Lagerhuis stemde deze week in met een wet die het mogelijk maakt om fast fashion te ‘beboeten’. Als ook de senaat instemt, betalen de Fransen vanaf volgend jaar waarschijnlijk 5 euro extra voor een fast fashion-kledingstuk. Deze belasting kan in de toekomst oplopen naar 10 euro, al mag de boete nooit hoger zijn dan de helft van de originele prijs. Het geld dat met deze maatregel wordt opgehaald, wil de overheid gebruiken om te investeren in duurzame modemerken. Mogelijk krijgen Franse consumenten straks korting op verantwoord geproduceerde kleding.
Goed idee, maar dan?
Het Franse lef verdient applaus. Over het financieel belonen en bestraffen van koopgedrag wordt vaak gesproken – ook als het over voeding of vliegtickets gaat – maar bestuurders durven zoiets zelden in te voeren. Frankrijk gaat het experiment nu aan in de strijd tegen onze gemeenschappelijke verslaving aan fast fashion. Maar er zijn een paar problemen met de wet. Te beginnen bij: wat is fast fashion? Daar moeten de Fransen het nog over eens worden (bonne chance daarmee). Want dat items van Temu en Shein onder die noemer vallen is geen breinbreker, maar betaal je als Française straks ook extra belasting op een prijzige jurk uit een gelimiteerde H&M-designercollab? En is een T-shirt van Patagonia, op grote schaal geproduceerd in Sri Lanka, wel of geen verantwoorde aankoop?
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
So far, so ingewikkeld. Daar komt bij dat de ‘investeringen in duurzame modemerken’ louter investeringen in Franse modemerken zullen zijn. De wet is namelijk niet alleen bedoeld om fast fashion tegen te gaan, maar zeker ook om de Franse mode-industrie een slinger te geven. Een protectionistische maatregel van heb ik jou daar. De overheid wil in feite dat Franse consumenten vooral bij Franse merken kopen, zodat de Franse economie profiteert. Van die denkwijze zijn ze in Frankrijk niet vies: halverwege de jaren negentig werd zelfs een wet ingevoerd die radiostations verplichtte minstens 40 procent van de tijd Franse liedjes te draaien(!). Nu worden we van een chanson of twee niet slechter, maar duurzame modemerken uit het buitenland hebben straks in Frankrijk wèl het nakijken.
Fast fashion-belasting: eerlijk is het niet
En daar blijft het niet bij. Het grootste probleem met deze fast fashion-belasting is dat het consumenten raakt. Begrijp me niet verkeerd: het is goed als we massaal met ons neus op de feiten worden gedrukt – want voor goedkope kleding betaalt iets of iemand de prijs, doorgaans buiten ons gezichtsveld. Bewustwording is belangrijk als we onszelf en een ander zover willen krijgen om verantwoorder te winkelen. Zo startte in Nederland onlangs een bewustwordingscampagne van Milieu Centraal, die jonge vrouwen wil leren een eigen stijl te ontwikkelen en zodoende minder kleding te kopen. Maar helemaal eerlijk is die focus op de consument niet, als modeketens ondertussen hun goddelijke gang kunnen gaan.