Gisele Azad (33) is geboren in Teheran en werkt al bijna tien jaar als creatief consultant in de wereld van selfcare en humanitaire projecten. Tijdens de pandemie nam ze de beslissing haar leven compleet om te gooien en op zoek te gaan naar een plek in de natuur. Voor Vogue.nl schrijft ze elke week een column over wonen in het bos. Deze keer vertelt Gisele Azad over haar ervaring bij een onderzoek naar baarmoederhalskanker, en wat er gebeurt als de medische wereld vrouwen niet serieus neemt.
Gisele Azad over haar onderzoek naar baarmoederhalskanker
Een paar weken geleden stond er voor de derde keer een ingreep gepland om onrustige cellen uit mijn baarmoeder te verwijderen. In een vorige column schreef ik hier al over en daar kreeg ik zoveel reacties op, het maakte enorm veel los. Elke vrouw krijgt hiermee te maken, maar er wordt naar mijn idee nog vrij weinig openlijk over gesproken. Als je mij ondertussen een beetje kent, weet je dat ik er kracht uit haal om mezelf kwetsbaar op te stellen, vooral als het gaat om vrouwen (nog meer) met elkaar te verbinden.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Ik wist al weken dat de ingreep eraan zat te komen, maar ik voelde instinctief een enorme weerstand. Waarom moest ik dit voor de derde keer doen? Waren de cellen zó hardnekkig of ging er iets mis in het ziekenhuis? Inmiddels weet ik heel goed dat ik mijn gevoel niet moet negeren als iets niet goed voelt. Ik vind het fascinerend hoe wij vrouwen vaak heel sterk kunnen aanvoelen of iets of iemand goed voor ons is of niet.
Second opinion
Een paar uur voor mijn ingreep belde ik de gynaecoloog om te zeggen dat ik de behandeling niet wilde ondergaan en liever een second opinion wilde bij een ander ziekenhuis. Daar moest ik wel moed voor verzamelen; ik hoopte maar dat hij het niet als een belediging zou opvatten. Met lichte tegenzin kreeg ik de verwijzing. Tijdens het gesprek zei de nieuwe gynaecoloog vrijwel meteen: “Ik zie in je dossier dat de eerste twee ingrepen niet geslaagd zijn. De gynaecoloog heeft de gezonde cellen verwijderd in plaats van de onrustige.”
Rudmer was met mij mee en we keken elkaar geschokt aan. In de twee jaar dat ik werd onderzocht en behandeld, heb ik geen enkele keer gehoord dat dit aan de hand was, terwijl het wel in mijn dossier stond. Ik was woest. Hoe kon dit gebeuren? Mijn onderbuikgevoel had dus gelijk: het klopte niet. Ik had zoveel vragen dat ik twee uur lang met mijn nieuwe gynaecoloog heb gesproken. Ze heeft me ontzettend veel nieuwe informatie gegeven die ik niet eerder had gehoord. Zo bleek ook dat ik een vaccinatie had gekregen die helemaal niet nodig was geweest; ook dat had mijn vorige gynaecoloog niet duidelijk aan mij gecommuniceerd.