Wetenschappers die walvissen bestuderen ontdekten dat orkamoeders zich levenslang opofferen voor hun zonen. Ik las dit terwijl ik met mijn blote handen cavia-uitwerpselen van de vloer raapte, luisterend naar Enid Blyton’s Winter Stories en mijn zoon zittend op de bank, in een jas en een broek. Dat verklaart misschien waarom het nieuws me niet echt verbaasde.
Het fenomeen jongensmoeder
Wij zijn zoogdieren. We baren levende jongen, voeden ze met melk, hebben warm bloed en zijn – in mijn geval althans – bedekt met haar. En dus is het misschien verleidelijk om naar deze studie te kijken, die tientallen jaren geleden is uitgevoerd, en bevestiging te vinden in de opvatting dat het opvoeden van jongens moeilijker is dan het grootbrengen van meisjes.
Blijkbaar hebben orka’s die mannelijke pups baren minder kans om zich in de toekomst voort te planten; ze delen langer hun voedsel, trekken langer met elkaar op en helpen langer bij de jacht dan ze doen met vrouwelijke nakomelingen. En dus, zou je kunnen redeneren, wijst dit er op dat baby’s – van welke soort dan ook – meer energie en voedsel vragen en het lichaam van hun moeder meer uitputten dan hun vrouwelijke tegenhangers? Want, waarom zou dat gelden voor deze zoogdieren, maar niet voor ons?