De dag begon veel te vroeg in een zwembad ergens op het dak van een hotel in Amsterdam waar we waren gevraagd om even op te draven voor een vrijgezellenfeest en daarna weer weg te gaan. Maar nu was het 11.00 uur, hadden we alle vier een overpriced Bellini achter de kiezen en geen zin om naar huis te gaan. “We kunnen wel bij mij hangen”, zei één iemand. Onderweg haalden we bagels en moest iemand nog een pakketje ophalen. Ook namen we een omweg zodat we nog even bij de ene winkel konden kijken. Eenmaal thuis bespraken we familiedynamieken en namen we door wie wat had gekocht de afgelopen vier weken. Toen het donker werd, stelde iemand voor om Surinaamse bami te maken. Eenmaal op de fiets terug naar huis voelde ik me uitgerust. Ik realiseerde me dat het lang geleden was dat ik ouderwets had gehangen, en een vriendschap zó als ongedwongen had ervaren.
Samen de tijd dragen
Hangen met vriendinnen: dat is iets wat ik tijdens mijn studie en op de middelbare school urenlang heb gedaan zonder er acht op te slaan. Ik kan het aantal keren dat ik hele dagen spendeerde in rommelige studentenkamers die niet de mijne waren niet meer tellen. Om samen, nou ja, niets te doen. Je had zeeën van tijd maar weinig geld, en dus sprak je af bij elkaar thuis. Je spendeerde exorbitante hoeveelheden tijd op elkaars bed of bank, at tosti’s, bladerde door een boek heen of roddelde over die ene professor. Of je liep even mee naar de bieb omdat de ander iets moest printen, of langs die ene kroeg waar je de avond daarvoor een trui had laten liggen. Om vervolgens weer te gaan hangen op die studentenkamer. Een beetje muziek luisteren, rotzooi eten en slap ouwehoeren. Ik hoorde Halina Reijn hier over zeggen in de podcast Carice & Halina:
“Totdat iedereen kinderen krijgt, ben je gewoon de hele tijd samen met al je vrienden en dan verdwijnt iedereen in zijn eigen burcht. Die tijd dat je als een groep leeft, dat realiseer je niet als je daarin zit. Van: ‘Hé, zullen we vanavond bij jou koken?’, dat dat gaat verdwijnen. Daar heb ik nooit bij nagedacht, nooit bij stilgestaan, nooit extra van genoten. Zo dom. Dat komt nooit meer terug, dat commune-gevoel. […] Samen de tijd dragen.”