Stijn de Vries (26) is presentator, fotograaf en schrijver. Ook is hij modejournalist voor Vogue Man en doet-ie mee aan ‘Wie is de Mol?’ dit jaar. In zijn columnreeks ‘Up Close’ op Vogue.nl geeft hij elke maand een persoonlijk inkijkje in zijn leven. Deze keer vertelt Stijn de Vries hoe fashion week er écht aan toe gaat.
Stijn de Vries over fashion week
Woensdagochtend. De trein komt piepend tot stilstand. Parijs. Ik ben er weer. Dit is de vijfde fashion week die ik mag bezoeken voor Vogue. Dat went niet, kan ik je vertellen. Waar ik als tiener in Twente stiekem in bed naar modeshows keek, zie ik ze nu in levende lijve.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Dat besef krijg ik iedere keer wanneer ik voor werk in de stad ben. Ik haast me naar mijn hotel, kleed me om en loop de deur uit, de straten van Parijs op. Met de metro ga ik naar de locatie van mijn eerste modeshow: Walter van Beirendonck. De hysterie van fashion week is begonnen, ik voel het aan de stad. De straten ademen anders, de mensen zijn gedurfder gekleed. En sommige eeuwenoude gebouwen worden overspoeld door hippe types die er naar binnen willen voor een presentatie, borrel of show. Onderweg naar Van Beirendonck besluit ik al mijn bevindingen die week te noteren. Want weet je nog, hoe ik in mijn eerste column radicale eerlijkheid beloofde? Nou, hierbij: dit is hoe het er écht aan toe gaat tijdens fashion week.
Zo gaat het er echt aan toe tijdens fashion week
- Al die waanzinnige outfits die bezoekers dragen naar een show? Die zijn niet allemaal gekocht. Natuurlijk zijn er types met genoeg geld en een kledingkast van jewelste, die ook nog nieuwe tassen en items opgestuurd krijgen, maar veel mensen die shows bezoeken, lenen items van pr-bureaus, vrienden of websites. Die nieuwe Fendi-jas gaat gewoon weer terug. Logisch ook: ieder seizoen rondlopen met nieuwe items is lastig, duur en allesbehalve goed voor het milieu. Mooie looks creëren zonder bankroet te gaan—best slim, toch?
- Het gros van het modeliefhebbend volk doet zijn, haar of diens jas trouwens vaak niet eens uit. Dat heeft een reden: je jas uittrekken bij een show verpest je look. En men zit opgekropt naast elkaar. Door je jas uit te doen en er op te gaan zitten, neemt het alleen maar meer ruimte in beslag dan dat je ‘m aanhoudt. En dat is nou net wat er niet is: ruimte. Je begrijpt: in januari is je jas dik, heb je thermolagen aan, ga je van winterse kou naar saunatemperaturen bij shows en andersom. Dus ja, dit stuk schrijf ik inmiddels met griep.
- Shows zijn opgedeeld in rijen. Je hebt de welbekende front row waar grootheden als Anna Wintour en sterren als Rihanna zitten. Dan heb je de rij daarachter. En bij sommige shows nóg een rij of twee. Het is alsof je de hiërarchie binnen de mode ziet: de eerste rij is het belangrijkst: de invloedrijkste hoofdredacteuren, inkopers, influencers, grote acteurs en artiesten hebben hier een plek. Ook wordt er onderscheid gemaakt in merken en magazines: redacteuren van grote magazines als Vogue hebben sneller een plek op de eerste rij dan redacteuren van een minder bekend blad of platform. Zo had ik ook deze week het privilege om redelijk vaak vooraan te zitten. Zonder zonnebril, overigens.