Twintig jaar lang bouwde Victoria’s Secret aan hun merk door spectaculaire modeshows te organiseren. Ze introduceerden een groep iconische Angels, maar lieten ons tegelijkertijd kennis maken met een bekrompen, mannelijke visie van wat sexy zou zijn – een visie die weinig ruimte laat voor diversiteit. De Victoria’s Secret Fashion Show in 2019 ging mede door die reden niet door, waarna Victoria’s Secret beloofde te verbeteren.
In de daaropvolgende jaren deed het bedrijf een poging, met behulp van een collectief van woordvoerders onder wie Megan Rapinoe en Naomi Osaka, en met een uitbreiding van het productaanbod en het maten-assortiment. Bovendien maakte Victoria’s Secret in 2023 een documentaire die de dialoog rond het merk verder probeerde te herdefiniëren via de vrouwelijke blik van vrouwelijke regisseurs en ontwerpers. Regisseur Margot Bowman zei destijds: “Ik zie dit als een kans om een nieuwe reeks beelden te creëren waarin meer mensen zich kunnen vinden”.
De kritiek op Victoria’s Secret
Op de achtergrond werd het merk echter voortdurend onder de loep genomen. De documentaire Victoria’s Secret: Angels and Demons van Matt Tyrnauer en het boek Selling Sexy: Victoria’s Secret and the Unraveling of an American Icon van Lauren Sherman en Chantal Fernandez richtten hun schijnwerpers op de verkeerde wendingen van het bedrijf. Van de banden van de voormalige eigenaar Les Wexner met de beruchte financier Jeffrey Epstein, tot aan het langzame besef dat het bedrijf trends aan zich voorbij liet gaan: de kritiek op Victoria’s Secret bleef maar komen.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.