Schouders eronder, een tandje erbij: hup, aan het werk! Er is alleen één probleem… En daarover schreef journalist Lynn Berger een voor álle vrouwen belangrijk boek. Over de grote onzichtbare strijd tussen betaald en onbetaald werk (huishouden, zorg voor kinderen en mantelzorg). Lees op Vogue.nl exclusief een hoofdstuk uit ‘Ik werk al (ik krijg er alleen niet voor betaald)’.
Zorg is het werk dat al het andere werk mogelijk maakt
Door Lynn Berger
Nederland is een land van records. We hebben het hoogste aantal fietsen per persoon en het meeste vee per hectare. We hebben de grootste haven van Europa en nergens op aarde vind je zulke gelukkige kinderen als hier. Waar Nederland ook in uitblinkt: deeltijdwerk.
Ongeveer 4,6 miljoen Nederlanders werken in deeltijd. Dat is bijna de helft van de beroepsbevolking, in heel de wereld doet niemand ons dat na. En dat, hoor je de laatste tijd steeds vaker, is een probleem. Naast een ongekend aandeel deeltijdwerkers heeft Nederland namelijk ook heel veel openstaande vacatures, in onder meer het openbaar vervoer, het onderwijs en de zorg. Wie minder werkt betaalt bovendien minder inkomstenbelasting, en de verzorgingsstaat kost geld! Nederland moet dus aan het werk, zeggen onderzoekers, opiniemakers en politici.
Schouders eronder, een tandje erbij
Of beter gezegd: Nederlanders moeten méér gaan werken – desnoods aangemoedigd door een voltijdbonus. En Nederlandse vrouwen al helemaal. Want waar Nederlandse mannen gemiddeld 39 uur per week werken, daar doen vrouwen dat 29,2 uur per week. Dat is ook vervelend voor vrouwen zelf, hoor je vaak. Omdat vrouwen vaker in deeltijd werken, verdienen ze minder dan mannen. Daardoor zijn ze minder vaak economisch zelfstandig, bouwen ze minder pensioen op en duiken ze na een echtscheiding vaker onder de armoedegrens. Bovendien schoppen deeltijdwerkende vrouwen het minder vaak tot de top van het bedrijfsleven: tegenover elke vrouw in een raad van bestuur of raad van commissarissen staan wel zes mannen.