vrouwelijke-voetballers-krijgen-eindelijk-evenveel-betaald-als-mannelijke-collegas-214892
©ANP

Nou, het is zover hoor. Vandaag – twee weken voor de start van het EK Vrouwenvoetbal in Engeland – kondigde de KNVB aan dat vrouwelijke voetballers vanaf 1 juli dit jaar evenveel verdiensten halen uit commerciële activiteiten als hun mannelijke collega’s. A small step for women, a big step for mankind. Of nou ja: een behoorlijke upgrade eigenlijk voor de dames en een echte emancipatoire doorbraak voor ons mensen. Maar wél eentje met een kanttekening.

Vrouwen krijgen hetzelfde bedrag als mannen

Om met die kanttekening te beginnen: waarom heeft het zo lang moeten duren? Het antwoord daarop is complex en komt uiteindelijk neer op de eeuwige – of eigenlijk: millennialange, want sinds het begin der tijden – strijd van vrouwen om dezelfde rechten en verdiensten te verkrijgen als mannen. Dit antwoord verdient natuurlijk een artikel langer dan dit, aangezien het een onderwerp is dat strekt van vrouwenkiesrecht tot ouderschapsverlof en gelijke lonen, dus laten we het voor nu even houden bij de sportwereld.

Zo zijn de ongelijke prijzengelden in het tennis een bekend fenomeen. In 1968 kregen mannelijke winnaars van het enkelspel op Wimbledon maar liefst 2000 pond en vrouwen 750. In 2001 was het 500.000 pond tegenover 462.500 pond. Pas in 2007 werd het bedrag gelijkgetrokken en kregen mannen en vrouwen elk 7 ton (sowieso geen vervelend bedrag).

Beroemd voorvechter voor gelijke betalingen is Serena Williams, die wel heeft bewezen dat vrouwen net zoveel prijzengeld mogen verdienen als mannen. Zeker gezien haar staat van dienst: ze won al 23 grand slams, zelfs eentje zwanger. Dat zien we een man nog niet doen. In Amerika, waar topsport natuurlijk big business is, zijn ze sowieso goed bezig op dit gebied: de WNBA (de basketbalcompetitie voor vrouwen) haalde onlangs 75 miljoen dollar op om vrouwen net zoveel te kunnen betalen. Het nationale vrouwenvoetbalteam daar krijgt inmiddels net zoveel als de mannen. Ook in Spanje,  Engeland, Noorwegen en Brazilië krijgen professionele, vrouwelijke voetballers dezelfde vergoedingen als mannen.

 

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door OranjeLeeuwinnen (@oranjeleeuwinnen)

Oranjeleeuwinnen winnen de strijd

Terug naar onze vrouwelijke voetballers. In 2019 meldde de KNVB al dat het streefde naar gelijke vergoedingen voor mannen en vrouwen vanaf 2023. Die deadline is nu dus een jaar vervroegd. Nogmaals, het gaat hier om de commerciële vergoedingen, dus de premies voor het gebruiken van de naam- en portretrechten van de vrouwen en voor hun deelname aan commercials.

Hoe hoog deze bedragen liggen, vertelt de KNVB er trouwens niet bij. Jan Dirk van der Zee, als KNVB-directeur verantwoordelijk voor de Nederlandse vrouwenploeg, noemt het op nu.nl een ‘historische stap voor het Nederlandse vrouwenvoetbal’. Voetballer Vivianne Miedema was als lid van de spelersraad betrokken bij de onderhandelingen, zij heeft het op nu.nl over een ‘grote stap (…) naar een gelijkwaardige waardering voor zowel mannen als vrouwen die uitkomen voor Oranje’.

Een historische, grote stap dus. Dat zeker. En eentje die heel erg verdiend is; de Oranjeleeuwinnen werden immers in 2017 Europees kampioen, een titel die ze over twee weken mogen verdedigen. In 2019 werden ‘onze’ voetballende vrouwen tweede bij het WK, toen ze wonnen van grootmacht de Verenigde Staten. Ter vergelijking: de Nederlandse voetbalmannen kwalificeerden zich in 2016 niet eens voor het EK en ook niet voor het WK in 2018 – een pijnpunt, ik weet het – maar benoem het toch maar even. Bij het EK van 2021 werden de mannen in de achtste finales uitgeschakeld. Jup. Dus ja: de Leeuwinnen verdienen het, sowieso vanwege hun prestaties. Ook als die er niet zouden zijn, verdienen vrouwen gewoon net zoveel financiële opbrengsten als mannen. Of anders gezegd: ze zouden hetzelfde moeten verdienen, qua geld én qua waardering.

Er valt hier nog veel meer over te zeggen, dus wordt vervolgd. Voor nu kijken we uit naar het EK Vrouwenvoetbal dat op 9 juli voor Nederland begint met een wedstrijd tegen Zweden. Hup, hup Leeuwinnen.