Toen Alessandro Michele in de jaren zeventig opgroeide in Rome, bracht hij uren door in de kast van zijn moeder. Met zijn handen streek hij langs ritselende tafzijde, glinsterende lovertjes en andere versieringen uit vervlogen tijden. Zijn moeder werkte als assistente van een leidinggevende bij een filmproductiebedrijf. Haar carrière vroeg om een glamoureuze uitstraling. Eén jurk sprak in het bijzonder tot Michele’s verbeelding.
De japon, gemaakt van crêpe de chine in de stijl van Valentino, was lang en had een hoge hals. Hij viel recht naar beneden, wat Michele deed denken aan een kaars. De voorkant was volledig zwart, een kleur die zijn moeder altijd chic vond. Maar op de achterkant was een enorme roze en lila vlinder geborduurd. Een elegant detail dat metamorfose en vergankelijke schoonheid suggereerde. Zijn moeder vertelde dat ze de jurk had gekocht voor een filmpremière. Later herinnerde Michele zich hoe het voor hem voelde, het was alsof ze zei: “Ik droeg dit in een wereld die nu niet meer bestaat.”
Alessandro Michele’s visie voor Valentino
Vier decennia later kreeg Alessandro Michele toegang tot een andere modieuze schatkamer: het archief van Valentino, waar hij in het voorjaar van 2024 werd benoemd tot creative director om een nieuwe visie voor het modehuis te creëren. Op zijn eerste dag in de Valentino-kantoren, gevestigd in een laat-renaissancistisch palazzo op het Piazza Mignanelli in Rome, verdiepte hij zich in een buitengewone collectie van kledingstukken, schoenen en andere objecten. Elk item was vervaardigd met een verfijnde lichtheid die een bijna architectonische precisie verborg.
Als creative director van Gucci – een rol die hij bijna acht jaar vervulde tot eind 2022 – stond Michele bekend om zijn vermogen om verleden en heden te combineren. Met zijn voorliefde voor vintage en een bohemien stijl gaf hij het merk een unieke uitstraling. Zijn ontwerpen leken te zijn samengesteld uit bijzondere vondsten: kleding die je kon tegenkomen op een rommelmarkt in een Engelse kerk, of stukken die ooit toebehoorden aan de Italiaanse aristocratie. De toegang tot het Valentino-archief én de bekwame vakmensen achter deze creaties bood Michele een ongekende kans: zijn verbeelding voeden door de materiële nalatenschap van zijn beroemde voorganger te bestuderen en opnieuw vorm te geven.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Backstage in Parijs
Op een late zaterdagmiddag in september, iets minder dan zes maanden na die eerste dag in het archief, was Michele in Parijs, in het Valentino-kantoor op Place Vendôme. Hij legde de laatste hand aan wat zijn eerste ready-to-wear presentatie voor het huis zou worden, die de volgende middag werd getoond. Er moesten nog enkele beslissingen worden genomen over accessoires en schoenen, evenals last-minute aanpassingen aan zoomlengtes en halslijnen. Michele zat op een stoel in wat ooit een grote ontvangstruimte was, met hoge plafonds en verguld pleisterwerk.
Lange tafels lagen vol met accessoires: tulbanden, brillen en tassen, waaronder clutches die eruitzagen als porseleinen ornamenten in de vorm van een katje. Leden van zijn team zaten naast hem; zijn partner Giovanni Attili bleef op de achtergrond. Aan de andere kant van de ruimte, voor een enorme ingelijste spiegel, stond een nog grotere spiegel. Terwijl elk model naar hem toe liep, kon Michele de outfit zowel van voren als van achteren bekijken, om zo het ontwerp in zijn geheel te kunnen aanschouwen – de hoge zwarte halslijn én de geborduurde vlinder, als we het over de jurk van zijn moeder hebben.
Quirky overdaad
De sfeer was rustig. “Het is een puinhoop”, grapte Michele toen ik voor het eerst bij hem en zijn team aansloot. “We kunnen een beetje ontspannen, want het is bijna klaar.” Michele, die in november 52 werd, droeg een blauwe spijkerbroek, een geruit overhemd en rood-witte Vans. Zijn haar viel los over zijn schouders, als Christus in een schilderij van Caravaggio, slechts getemd door een losse vlecht aan elke kant. Zijn polsen waren zo zwaar behangen met armbanden dat hij bij elke beweging rinkelde.
Ook de modellen waren versierd volgens Michele’s esthetiek van quirky overdaad. “Probeer met je handen in je zakken te lopen”, instrueerde hij een model, gekleed in een notenbruine kuitlange rok, een blouse met hoge hals en een jasje met faux fur-rand, allemaal gemaakt van dezelfde zijde-cloque stof uit het Valentino-archief. Ze droeg een ronde John Lennon-zonnebril, waaraan gouden lovertjes bungelden, en een zware gouden ketting met een fonkelende hanger – een combinatie van een rapperketting en een erfstuk van een hertogin-weduwe.
“Is het moeilijk om rechtop te staan?”, vroeg Michele aan een ander model, die wankelde op zwart-gouden sandalen met bandjes, gedragen met een witte kanten panty, een teddyjas met lovertjes en een gerimpelde georgette-crêpe negligé – het soort outfit waarin je ’s middags roomservice bestelt, kaviaar en oesters uiteraard, vanuit het Beverly Hills Hotel. “Je kunt beter blijven lopen”, zei Michele meelevend tegen haar.
Touch of punk
Een ander model verscheen in een outfit die speelde met een conservatieve uitstraling: een grijze broek met hoge taille en een boxy crèmekleurig jasje met polkadots. Het jasje werd vastgemaakt met een satijnen strik in de kenmerkende rode tint die Valentino Garavani, die 45 jaar lang de kleding ontwierp die zijn naam droeg voordat hij in 2008 met pensioen ging, zich decennia geleden eigen maakte. De look werd gecompleteerd met elegante handschoenen van zwarte mesh, versierd met geborduurde witte stippen.