Soms kan het vermijden van luchttransport leiden tot moeilijke beslissingen. Neem het succes van Veja’s onlangs opnieuw gelanceerde Volley-model, dat binnen enkele dagen in de winkels was uitverkocht. Aangezien het vijf weken duurt om de sportschoenen vanuit Brazilië over zee te vervoeren, zou het merk met een vliegtuig sneller zijn voorraad kunnen aanvullen en meer producten kunnen verkopen. “Maar ik zei: nee, de mensen wachten er wel op”, aldus Kopp.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Bij het Amerikaanse merk Reformation ligt de focus ook op het zoveel mogelijk vermijden van luchttransport. “Het vervoer wordt een steeds belangrijker onderdeel van ons klimaatactieplan”, legt Kathleen Talbot uit. Zij is de chief sustainability officer en vice president of operations van het merk. Ze merkt op dat de luchttransport van Reformation in 2023 26 procent van de totale uitstoot veroorzaakte. “Vliegreizen zijn twintig tot dertig keer koolstofintensiever dan transport per schip, over de weg of via het spoor.”

Hoewel het rapport Fashion on Climate van McKinsey uit 2018 suggereert dat transport slechts 3 procent uitmaakt van de totale CO2-voetafdruk van de mode, is de kans groot dat het werkelijke cijfer zes jaar later veel hoger ligt. “Het genoemde percentage is berekend vóór de enorme versnelling van ultra fast fashion, dat sterk afhankelijk is van de luchtvracht als middel om snel te leveren, rechtstreeks aan de consument”, merkt Karl-Hendrik Magnus op, leidinggevende bij McKinsey’s kleding-, mode- en luxetak. “Hierdoor zal het aandeel van emissies door transport aanzienlijk toenemen.”

Minder snel je pakketje in huis

Een van de grootste uitdagingen in het terugdringen van transportemissies, is de verwachting van consumenten over hoe snel ze een artikel geleverd kunnen krijgen, met name door de opkomst van bezorging op de volgende dag en expresbezorging. “We leven in een on demand cultuur, wat de perceptie van wat eigenlijk een acceptabele verzending is, vertekent”, zegt Talbot.

En dat niet alleen: de eisen die retailers stellen aan merken, betekent ook dat ze zich vaak wel móéten richten tot de luchtvracht. Dit geldt voor zowel het verzenden van grondstoffen als het verzenden van het uiteindelijke kledingstuk. Het is ook een van de redenen waarom Maggie Hewitt, oprichter van het in Nieuw-Zeeland gevestigde merk Maggie Marilyn, in 2020 besloot om haar merk niet langer onder te brengen bij groothandels. “Doordat we nu direct aan de consument leveren, kunnen we efficiënter en flexibeler werken. Hierdoor kunnen we meer gebruik maken van zeevracht, wat onze CO2-impact van het verzenden van kleding vermindert”, legt de ontwerper uit.

Manieren om transport te omzeilen

Milieubewuste merken zijn steeds vaker op zoek naar regionale distributiemanieren om het gebruik van luchttransport te verminderen. “We hebben ons gericht op de belangrijkste gebieden waar onze vezels en textiel vandaan komen”, zegt Hewitt. “We werken eraan om de productie rond deze punten gecentraliseerd te houden om zo onnodige transport te verminderen.”

Daarnaast kan het investeren in faciliteiten dichter bij de consument ook de luchttransport verminderen. Zo heeft Reformation vorig jaar een extern magazijn in Nederland geopend om aan de vraag van klanten in Europa te kunnen voldoen. “Dit is een win-win-win voor klanten, het milieu en ons bedrijf, met een snellere klantenservice en minder uitstoot”, legt Talbot uit.

Milieubewuste merken steunen

Gezien de complexiteit van de transportketen is het voor consumenten vrijwel onmogelijk om te achterhalen wat de voetafdruk is van een product dat over de hele wereld is verscheept, al helemaal als merken daar niet transparant over zijn. Hoewel het overduidelijk is dat er rekening moet worden gehouden met de manier van transport voor het milieu, is dat zeker niet het enige. “Voor Reformation-producten komt gemiddeld twee derde van de totale CO2-voetafdruk van de gebruikte materialen. Dat maakt dit de belangrijkste factor”, zegt Talbot. “De verzending naar de klant is meestal minder dan 10 procent van de totale impact.”

Het steunen van milieubewuste merken die hun impact op meerdere vlakken verminderen, kan ook helpen om verandering te weeg te brengen, zelfs als internationale verzending nodig is. “Transport is slechts een van de vele aspecten”, concludeert Magnus. “Wie echt de mode-industrie wil veranderen, kijkt niet alleen naar transport, maar steunt milieubewuste merken die op alle vlakken verbetering nastreven.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue UK.