Ze wisten home-grown streetwear met een moderne Afrikaanse spirit wereldwijd op de kaart te zetten en kregen daar een cultfollowing voor terug. Dat Vogue de drie Daily Paper-founders samen treft is vrij uniek. “Dat komt bijna nooit meer voor – de een zit in New York, de ander hier in Amsterdam.” Abderrahmane Trabsini (33) lacht: “Maar uiteindelijk zijn we als The Avengers, aan het einde vind je ons altijd samen.”
In gesprek met de founders van Daily Paper
Na de fotoshoot deze ochtend gebaart Trabsini naar een hoek in de zonovergoten studio: “Precies daar hebben we ons eerste interview aan de krant gegeven.” Hij pauzeert even en concludeert dan: “Het voelt full circle.” Het afgelopen decennium heeft het drietal met Daily Paper hun stem laten gelden. Een stem waarmee ze een wereldwijd publiek wisten aan te spreken. Niet alleen met Afrikaans-geïnspireerde streetwear van niveau, maar met het idee: jeugdcultuur in westerse en niet-westerse landen is zo verschillend niet. Sterker, we hebben heel veel meer gemeen dan we anders zijn.
Wat in 2008 begon met een mode-, muziek- en cultuurblog en daarna vijf T-shirts met het Daily Paper-logo, is nu een imperium. Het is mede dankzij hun achterban dat Daily Paper zulke hoge ogen gooit. Het merk is gegroeid door een liefde van binnenuit; een groep trouwe volgers die zich anno 2012 niet gerepresenteerd zag in het modelandschap en bij Daily Paper een ‘thuis’ vond. Van Amsterdam tot Accra – je ziet de elevated streetwear overal in het straatbeeld. Hun T-shirts in samenwerking met Off-White waren binnen vijftien minuten weg en samen met (wijlen) mode-icoon Virgil Abloh openden ze het allereerste skatepark in Ghana. Naast Amsterdam zijn er flagshipstores in Londen en New York. Die zelfs in crisistijden ongeëvenaard succesvol zijn, onder de verbindende tagline: ‘From Africa to the world’. Hoog tijd om terug én vooruit te blikken.