Grote kans dat wanneer je de afgelopen dagen op social media zat, je meer dan één keer een jurk met daarop een enorme leeuwenkop voorbij hebt zien komen. Levensechte imitatievarianten van reusachtige dieren verschenen maandag op de catwalk van Schiaparelli, waarmee Couture Fashion Week officieel werd ingeluid. Het modehuis, dat bekendstaat om haar surrealistische ontwerpen, lanceerde drie looks met enorme dierfiguren die viral gingen – en de nodige backlash creëerden (waarover later meer).
Vervolgens hield Chanel een show met houten en kartonnen diersculpturen. Ook duiken er plots overal konijnen (waaronder zelfs Nijntje) op in meerdere modecampagnes, en worden dieren afgebeeld op kledingstukken. Als de afgelopen dagen iets duidelijk werd, is het wel dat het tonen van dierfiguren in een show of campagne trending is. Maar waarom heeft de modewereld zo’n obsessie met dierlijke figuren? En waarom gaat dat vaak nog niet goed? Een deep-dive.
Dierfiguren in couture
Naast Schiaparelli, die verzeild raakte in controverse door de realistische weergave van dieren (daar komen we zo op), toonde ook Chanel tijdens hun coutureshow een set van bewegende diersculpturen. Hoewel het Franse modehuis het idee creëert van een soort circusarena waar dieren letterlijk dienen als decor, was er niks realistisch aan: het kartonnen decor van kunstenaar Xavier Veilhan was fantasievol en abstract. De objecten met dierlijke vormen die Gabrielle Chanel in haar appartement in Rue Cambon bewaarde dienden als inspiratie voor het decor.