Ineens was daar begin dit jaar de opkomst van de NFT, de non-fungible token. Oftewel: een digitaal eigendomsbewijs van een kunstwerk, kledingstuk, you name it. Daar zagen modehuizen wel heil in. Hermès lanceerde de digitale Birkin, de iconische tas uit 1984, vernoemd naar actrice en stijlicoon Jane Birkin. Andere huizen volgden. Was dit dan het startsein voor een louter digitale modewereld, met dito shows, ontwerpen en belevingen, vroeg iedereen zich af.
Offline modewereld
Absoluut niet. Tijdens de modeweken in maart werd duidelijk dat we daar nog niet aan toe zijn. Nog nooit waren modejournalisten, inkopers en liefhebbers zo enthousiast dat de shows weer live plaatsvonden. Eindelijk weer de stoffen voorbij zien zwieren, het verhaal van een collectie terugzien in decor en locatie, het brein van de ontwerper vertaald tot in de puntjes. Ontelbaar vaak hoorde ik Vogue-collega’s tegen elkaar zeggen hoe fijn het was dat alles weer offline plaatsvond, dat we alles zonder vierkante ogen konden zien en bespreken.
Wat ook uitvoerig besproken werd, was de toestand in Oekraïne. Midden in de fashion week, op dat moment geland in Milaan, stormde Rusland Oekraïne binnen. Door de invasie rezen vragen als: wat kan de modewereld betekenen? Waar gaat het nu eigenlijk om?