De van oorsprong Nederlandse ontwerper Sander Lak startte in 2015 met Sies Marjan, dat in 2016 voor het publiek werd gelanceerd. In de zomer van 2020 stopte het kleurrijke merk abrupt. Nu is er een boek: The Colors of Sies Marjan. Met daarin eigen ontwerpen gesorteerd op kleur, aangevuld met foto’s van kunst en culturele verschijnselen. Daarnaast staan in het boek interviews gedaan door Lak zelf, met bijvoorbeeld schrijver Donna Tartt, actrice Isabella Rossellini en architect Rem Koolhaas. Vogue sprak met Sander Lak over het abrupte einde van zijn merk en de totstandkoming van dit bijzondere boek.
Sander Lak over Sies Marjan
Voordat Sies Marjan het levenslicht zag, werkte Lak – na modestudies in Arnhem en Londen – voor Philip Lim in New York en Balmain in Parijs. Ook was hij ontwerper mannen- en vrouwenmode bij Dries van Noten in Antwerpen. Daar werd hij gespot door investeerders Nancy en Howard Mark, die hem zagen als hoofdontwerper van Ralph Rucci. Lak wilde niet, maar vroeg hen wel als investeerders voor zijn eigen merk. Zo ontstond Sies Marjan – een ode aan de namen van zijn ouders – met als standplaats New York. Het label werd verkocht bij alle grote (online) warenhuizen. In 2018 won Lak de CFDA Swarovski Award.
Zo snel als het succes begon, zo plotseling eindigde het. Aan het einde van zomer 2020 trokken de investeerders de stekker eruit. Nu, twee jaar later, spreken we de ontwerper terwijl hij in een hotel zit in Estland. Hij reist mee met zijn acterende vriend die daar opnames heeft.
Je bent veel aan het reizen?
“Ik heb anderhalf jaar vastgezeten in Amerika door de lockdowns. Sinds de grenzen open zijn, kan ik gelukkig weer overal vrienden en familie zien. Ik heb altijd veel gewerkt voor anderen of voor mijn eigen merk. Dit is voor het eerst in mijn volwassen leven dat ik de vrijheid heb zelf spontaan te beslissen waar ik ben. Na Estland ga ik een paar dagen naar Berlijn. Een mooie periode.
Ik heb altijd veel energie gestoken in mijn carrière, maar daardoor ook veel moeten laten. Mijn werk, hoe geweldig ook, hield me ‘vast’. Dat was best beperkend. Ik noem het ‘vastzitten’, omdat ik opgegroeid ben met reizen. Nieuwe plekken en mensen ontdekken zijn deel van wie ik ben. Mijn vader werkte voor Shell. We woonden elke vier jaar ergens anders. Ik ben geboren in Brunei en vervolgens woonden we in Maleisië, Gabon in Afrika en Aberdeen in Schotland. Toen overleed mijn vader en zijn we teruggegaan naar Nederland. Ik was een tiener. Daarna heb ik in Arnhem mode gestudeerd. Zodra het kon ben ik vertrokken en nooit teruggegaan. Ik ben hartstikke Nederlands en het is de plek waar mijn familie woont, maar ik heb er het kortst gewoond van al mijn woonplaatsen.”
Hoe heeft een jeugd in al die landen je gevormd als designer?
“Er is geen letterlijke link met mijn werk: ik laat me niet specifiek inspireren door de kleuren van Afrika voor een collectie, maar het is wel zo dat al die indrukken me hebben gevormd. Ik ben blootgesteld aan veel kleuren, geuren, vormen, persoonlijkheden – mijn jeugd was zo open. Een jeugd op één plek is niks mis mee, maar voor mij was dat moeilijk geweest. Ik wil altijd nieuwe dingen zien, ruiken en proeven. Dus mijn jeugd was voor mij heel goed. Mijn broers wonen bijvoorbeeld gewoon allebei happy in Nederland. Ik lijk op mijn vader en haal energie uit andere plekken.”
(Artikel gaat door onder de afbeelding.)