Fashion month is officieel ten einde gekomen. Naast debuten van grote ontwerpers (van Haider Ackermann voor Tom Ford tot Sarah Burton voor Givenchy) en shows van designers die al jarenlang bij een modehuis zitten, waren er ook grote modehuizen die een collectie presenteerden volledig ontworpen door hun inhouse designteam. Dit fenomeen heeft alles te maken met de voortdurende stoelendans in de modewereld. Creative directors wisselen voortdurend van modehuis, wat betekent dat veel modehuizen – zelfs als ze al een nieuwe ontwerper hebben aangesteld – tijdelijk zonder een creatieve leider zitten. Het resultaat? Studiocollecties die zonder de persoonlijke visie van een creative director tot stand komen en daardoor nóg dichterbij het DNA van het modehuis blijven. En dat viel deze modemaand op.
De kracht van studiocollecties
Neem Chanel: sinds het vertrek van Virginie Viard heeft het huis al verschillende collecties gepresenteerd – hoewel haar opvolger, Matthieu Blazy, pas in september begint. In de tussentijd wordt de collectie volledig gedragen door het interne ontwerpteam. Een soortgelijke situatie speelde zich deze modemaand af bij Gucci. Daar vertrok Sabato De Sarno plots, waarna het inhouse team slechts enkele weken had om een show neer te zetten die terugkeerde naar de oorspronkelijke codes van het modehuis. Fendi vierde daarnaast haar honderdjarige bestaan. Dat deed het huis eveneens met een collectie van het studioteam, onder artistieke supervisie van Silvia Venturini Fendi.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.