Na bijna twintig jaar in de modewereld te hebben gewerkt – waarvan het grootste deel bij Vogue – weet ik als geen ander wat de kracht van kleding is. Maar de afgelopen jaren ben ik me steeds meer bewust geworden van de enorme impact van de mode-industrie op de planeet en schaam ik me voor hoeveel ik vroeger heb gewinkeld. Daarom besloot ik om een jaar lang geen nieuwe kleding of accessoires te kopen, en in plaats daarvan oude items te laten repareren. Dit is wat ik daarvan heb geleerd.
Een jaar lang geen nieuwe kleding kopen
Zou die Stella McCartney-jumpsuit met dat mottengat gerepareerd kunnen worden? Zouden die zwarte, kniehoge Jimmy Choo-laarzen met gescheurde voering weer draagbaar gemaakt kunnen worden? En zou een van de pakken van mijn overleden vader voor mij op maat gemaakt kunnen worden? Natuurlijk heb ik ooit eerder kleding laten repareren of laten aanpassen, maar deze nieuwe manier van naar mijn garderobe kijken zou een heel ander level van toewijding vereisen.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Waarom? Nou, vaak overweeg je alleen reparatie bij een luxe item. Hoewel topstukken vaak ontworpen zijn om een leven lang mee te gaan, heeft zelfs het beste vakmanschap zorg en reparatie nodig naarmate de jaren verstrijken. Van oudsher bieden luxemerken – van Hermès en Chanel tot Burberry en Mulberry – nazorg als een service voor hun klanten. En onlangs is Net-a-Porter een samenwerking aangegaan met reparatieplatform The Seam, terwijl Selfridges samenwerkt met Sojo om reparaties aan te kunnen bieden.