Journalist Susan Sjouwerman schrijft artikelen op het snijvlak van mode, duurzaamheid en economie. Met Vogue deelt ze regelmatig haar bevlogen opinies over hoe het beter kan in de mode-industrie. Daarnaast heeft ze haar eigen platform Modeconomie. Deze keer verdiept Sjouwerman zich in de keurmerken in de mode. “Een polo van verantwoorde merinowol? Sneakers van gerecycled materiaal? Je komt tijdens het struinen naar mooie items een hoop duurzame claims tegen. Maar kun je die wel vertrouwen? Keurmerken voor kleding kunnen in zo’n geval uitkomst bieden. Of nou ja, in theorie dan.”
Keurmerken in de mode
Het is in de mode-industrie de laatste jaren net zo gegaan als in de voedingsindustrie eerder gebeurde: er is veel aandacht voor duurzamere producten, en daarmee zijn er allerlei keurmerken gekomen. Waar die keurmerken in de supermarkt over verantwoord gevangen vis en fairtrade koffie gaan, gaan ze in de mode over veel meer verschillende vormen van duurzaamheid. Zo kan het ene keurmerk iets zeggen over de gebruikte materialen in een kledingstuk, terwijl het andere over dierenwelzijn gaat en weer een ander over de bedrijfsvoering van het merk dat het kledingstuk maakt. Al die keurmerken worden door elkaar heen gebruikt. In die wirwar moet je er een studie van gemaakt hebben om te weten wat je precies koopt.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Neem Oeko-Tex. Ik durf te wedden dat dit keurmerk in minstens één van je kledingstukken staat. Allerlei merken verkondigen trots dat hun producten de Oeko-Tex Standard 100-certificering hebben en daarmee ‘duurzaam geproduceerd zijn’, maar dit keurmerk betekent alleen dat producten vrij zijn van schadelijke chemicaliën, en dat je ze veilig kunt dragen. Hartstikke belangrijk, maar een product is daarmee nog niet duurzaam.