in-gesprek-met-mode-icoon-ralph-lauren-alles-begint-met-worden-wie-je-wilde-zijn-als-kind-249954
©Sharif Hamza

Een hoge toren van glas en staal die agressief de lucht in priemt. Als ik onderweg ben naar het interview met Ralph Lauren lijkt zijn hoofdkantoor aan Manhattans Madison Avenue op het eerste gezicht niet echt typisch Ralph Lauren. Totdat de liftdeuren opengaan op de zesde en je onmiddellijk wordt omarmd door die herkenbare sfeer: knus en warm, subtiel verlicht, overal houten lambriseringen en versleten leren banken vol geruite kussens. Om de verschillende ontwerpafdelingen op diverse verdiepingen onderling te verbinden, werd er zelfs speciaal een gewelfde mahoniehouten trap geïnstalleerd.

Op bezoek bij Ralph Lauren

Ralph Laurens eigen kantoor ligt aan een brede gang. Het staat ramvol curiosa – zo vol dat je in eerste instantie bijna niet weet waar je moet kijken, laat staan waar je moet zitten. Op elk oppervlak zijn boeken hoog opgestapeld, tegen alle vier de wanden staan ingelijste kunst, bladencovers en awards geleund. Werp een blik omhoog, en daar hangen twee modelvliegtuigen, van een soort bakpapier gemaakt, die hoog boven een glimmende zwarte vintagefiets zweven (cadeau gekregen, nooit bereden).

In verzilverde lijsten op het bureau prijken foto’s van zijn onmogelijk knappe gezin – vrouw Ricky, zoons Andrew en David en dochter Dylan, alsmede vijf kleinkinderen. Eromheen staan frummels als een paar miniatuurcowboylaarzen en blikken speelgoed – robotjes, auto’s en helikopters. Er is een plek vrij ter grootte van een dinerbord (waar hij waarschijnlijk nooit luncht: waarom zou je, als je ‘Ralphs filet mignon’ kunt eten in je eigen Polo Bar-restaurant, een paar straten verderop.) 

“Hallo”, zegt hij hartelijk, en loopt me tegemoet om me te begroeten. Hij is charismatisch, spreekt zacht, oogt slank (elke ochtend traint hij anderhalf uur met een personal trainer) en draagt versleten jeans, een overhemd, een geruit jasje en witte gympen, vers uit de doos. Zijn helderblauwe ogen lijken tegen het decor van zijn gebruinde huid nog meer te twinkelen. Ralph Lauren is net terug uit Los Angeles om zijn lente/zomer 2023-collectie te presenteren, opmerkelijk genoeg de eerste keer ooit dat hij een show aan de westkust hield. Onder de aanwezigen Jennifer Lopez en Ben Affleck, John Legend, Laura Dern en Diane Keaton, met wie hij in de jaren 70 bevriend raakte nadat hij haar kleedde voor haar rol in Annie Hall. 

Lifestyle-ontwerper

Zoals gewoonlijk was het een collectie vol Amerikaanse klassiekers met een vleugje Britsheid: cowboylaarzen onder zwierige prairiejurken, rokken van Navajo-achtige dekens, preppy truien met friswitte tennisshorts eronder, veel kleermakersdetails en wat Hollywoodglamour in de vorm van soepelvallende avondjurken. “Ik ben gewoon wie ik ben, en daardoor werkt het nog steeds. Ik belichaam mijn eigen product. Hou je van mijn stijl, dan vind je mijn ontwerpen ook mooi.”

Hier een waarheid van formaat: het gaat hem er niet om mode te ontwerpen. Voor Lauren draait het allemaal om lifestyle; het leven dat je leidt in die kleren, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan het succes. Wegdromen is het doel. Wie een Ralph Lauren-trui koopt, koopt niet zomaar een trui, maar een aandeel in een wereld van verfijning en goede smaak, waarin iedereen een paard heeft en een sportauto, en op gemanicuurde grasvelden zit te picknicken. En toch voelt het allemaal haalbaar. In dat opzicht was hij altijd al meer regisseur dan ontwerper. 

“Ik ben geen Karl Lagerfeld”, beaamt hij, en voegt eraan toe dat de wijlen Chanel-ontwerper hem ooit vertelde dat hij president had moeten worden. Misschien had hij nog gelijk ook. “Ik vond Karl heel aardig”, zegt Lauren. “Hij was echt een ontwerper, een uniek mens, maar zo zie ik mezelf niet. Ik zie mezelf meer als …”, even is het stil, “a cool guy“. Zijn geheugen mag hem dan weleens in de steek laten, maar zijn zelfvertrouwen is nog perfect intact. 

Mode-imperium

Hoewel hij in 2015 aftrad als CEO van de Ralph Lauren Corporation, die ruim zeven miljard euro waard is, is Lauren nog steeds hoofd van de raad van bestuur en Chief Creative Officer. Zodoende velt hij nog altijd een oordeel over elke lijn en collectie: of het nu Ralph Lauren Collection is, Polo Ralph Lauren, Purple Label, Double RL of iets anders. Er zijn in totaal 1246 Ralph Lauren-boetieks die onder direct beheer vallen en daarnaast vele concessies wereldwijd, en dan nog vijf restaurants en talloze koffieshops.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

“Dit is van mij, iets wat ik zelf heb opgebouwd”, zegt Lauren. “Ik ben daar trots op, want ik heb het altijd integer en met smaak benaderd. Maar het dringt nooit echt helemaal tot je door, zoals je zou verwachten. Ik ben een harde werker, niet iemand die op zijn lauweren rust.”

Jongensdromen

Er is maar weinig dat Ralph Lauren, 83 inmiddels, niet heeft gezien of gedaan in het leven. Audrey Hepburn, de filmheldin uit zijn jeugd, reikte hem ooit een CFDA-award uit voor zijn verdiensten, hij woonde paardenraces bij met Cary Grant, hij gaf Frank Sinatra ooit advies. “Alles begint met worden wie je wilde zijn als kind. We hadden het thuis niet breed – niet dat we arm waren – maar net als iedereen fantaseerde ik over een mooi leven. Ik wilde ergens buiten wonen, ik wilde een sportauto; jongensdromen die ik wist waar te maken.”

In 1939 werd hij geboren als Ralph Lifshitz (op zijn zestiende veranderde hij dat in Lauren, naar filmster Lauren Bacall), als jongste zoon van Joodse immigranten uit Pinsk, een plaats die tegenwoordig in Belarus ligt. Zijn vader was kunstenaar, maar verdiende bij als huisschilder. “Als jongen was ik dol op mensen als John F. Kennedy, die mij bijzonder leken. Die inspireerden me om te streven naar meer.” Hij was geen briljante leerling en ook niet bepaald geïnteresseerd in mode (hij volgde nooit een modeopleiding). Dat geldt eigenlijk nog steeds: hij verdiept zich niet in andere ontwerpers, of wat die zoal doen. Al herinnert hij zich nog wel een krantenartikel over Yves Saint Laurent. “Ik bewonderde hem, vond het interessant dat hij in de twintig was. Ik vond zijn ontwerpen niet speciaal mooi, maar bewonderde wel zijn talent. Hij had magie.”

De Amerikaanse droom

Succes daarentegen, daarvoor had hij wel oog. Het was iets wat hem diep raakte, als kind in The Bronx al. Hij had een passie voor films en de uitstraling van romantische helden als Steve McQueen en Paul Newman. “Ik was altijd dol op het soort acteurs dat mijn kleren zou dragen.” Daarom ademen Ralph Lauren-items een verhaal: in de kern is hij een verhalenverteller die een optimistische wereld oproept waarin iedereen wel thuis wil horen. 

Tijdens zijn vijftig jaar durende carrière verkocht Lauren niet alleen de Amerikaanse Droom, maar belichaamde hij die ook. Hoe hij begon in het vak, is algemeen bekend: hij ontwierp en verkocht dassen, maar zei ‘nee’ tegen Bloomingdale’s toen ze een order wilden plaatsen op voorwaarde dat hij ze smaller zou maken. Elke andere ontwerper had gejuicht en zich naar de wensen van de opdrachtgever geschikt. Zo niet Lauren. “Ik zei: daar kan ik niet aan beginnen, en liep de deur uit. Na zes maanden kwamen ze terug met de mededeling dat ze toch mijn dassen wilden inkopen.”

Die eerste collectie bracht binnen een jaar een half miljoen in het laatje. “Toen vroegen ze: wat kun je nog meer? Ik was nog jong, maar ik snapte goed dat die dassen alleen niet voldoende waren, dat er vroeg of laat iemand met een goedkope kopie aan zou komen. Dus ging ik overhemden ontwerpen, en daarna vrouwenkleding. Het was niet trendy, maar wel nieuw, en dat is mijn ding. Ik zei tegen Bloomingdale’s: geef mij maar een eigen winkel bij jullie.” Aldus geschiedde, in 1969. 

Ralph Lauren de pionier

Door zijn klassieke stijl zou je makkelijk onderschatten dat Lauren eigenlijk een pionier was. “Ik wilde niet in andermans voetsporen treden. Als het al gedaan is, interesseert het me niet. Ik wist niet of het een succes zou worden, maar wel dat andere mensen vaak hetzelfde wilden als ik. Het was puur instinct.” Als eerste Amerikaanse ontwerper ooit opende hij een onafhankelijke boetiek in Amerika, in 1971 in Beverly Hills. Hij wist naam te maken in Europa voor andere Amerikanen er voet aan de grond kregen. Bovendien liep hij voorop als het om diversiteit ging, “omdat ik vind dat dat zo hoort”. Hij castte altijd modellen uit verschillende achtergronden, huidskleuren en leeftijdsgroepen, het kwartje dat pas recent in de rest van de modewereld lijkt te zijn gevallen.

Daarnaast was hij de eerste modeontwerper die met een interieurlijn kwam, in 1983. Ook daarvoor wil hij niet te veel lof: “Ik ben geen interieurontwerper, maar ik weet wel hoe ik wil dat mijn huizen eruitzien.” Inderdaad: huizen, meervoud. De meeste tijd brengt het echtpaar door in hun landhuis in Bedford, in de staat New York. (Gevraagd naar het geheim van hun 58-jarige huwelijk, glimlacht hij veelbetekenend en zegt: “Dat moet je aan Ricky vragen.”) Dan heeft hij nog een enorme ranch in Colorado en een vakantiehuis op Jamaica. En niet te vergeten een ruime collectie sportauto’s bij wijze van speelgoed – “een slechte gewoonte”, aldus Lauren. Zij het wel een goede investering die volgens zeggen vele miljoenen waard is. 

Wat zijn eigen beroemdheid betreft: Lauren geeft tegenwoordig de voorkeur aan een stil bestaan. “Vroeger vond ik het leuk om aangesproken te worden door mensen en gezien te worden, maar nu niet meer zo. Natuurlijk is het fijn om meteen een tafeltje te krijgen in een restaurant, maar mijn privacy is me dierbaar.” Van zijn rijkdom heeft hij in de loop der jaren veel gedoneerd aan kankerbestrijding, specifiek die van borstkanker, aan kankeronderzoek en gemeenschapsinitiatieven die achtergestelde groepen meer toegang geven tot onderwijs.

Opvolger?

Het rustig aan gaan doen? Dat lokt hem niet. Hij gaat vijf dagen per week naar kantoor en is nog even gedreven als altijd. “Ik bouw graag aan iets nieuws”, verklaart hij desgevraagd. Of het nu om collecties, restaurants of winkels gaat. “Ik ga door omdat ik geen zin heb om te stoppen. Ik hou van mijn werk, het bevalt me goed.”

Het gesprek komt op een mogelijke opvolger. Daarover blijft hij op de vlakte. “Er werkt hier veel talent, sommige mensen al dertig, veertig jaar. Ze zijn heel loyaal, doordat ik goed voor ze zorg. Maar hoe het merk eruit zal zien na mijn tijd, wat het over twintig, dertig jaar zal zijn, daar hou ik me eigenlijk niet mee bezig. Ik maak me er ook geen zorgen over. Ik ontwerp voor de eeuwigheid, niet voor de mode, en items worden mettertijd alleen maar mooier. Het gaat niet om nieuw of ouderwets, het gaat om tijdloosheid en hoe je het draagt. Niet zozeer de kleren zelf, als wel de manier waarop je ze combineert. Ik ben dol op dingen die lang meegaan: kleren, auto’s, een bestendig leven. Ik besef dat het leven kort is en waardeer wat ik heb; ik heb altijd van mijn leven genoten.” 

Op de drempel vraag ik wat hij met zijn leven zou hebben gedaan als hij niet Ralph Lauren was geweest. “Dan was ik de portier van dit gebouw”, antwoordt hij zonder aarzelen. “Ik denk daar vaak aan”, geeft hij glimlachend toe. “Echt hoor. Elke ochtend zegt hij: ‘Goedemorgen, meneer Lauren,’ en dan denk ik: dat had ik kunnen zijn. Waarom niet? Zo’n genie ben ik niet. Hij heeft ook een gezin, een leven, soms problemen, en hij is ook gelukkig. Ik heb toevallig de kans gehad om alles te doen wat ik wilde in het leven. Ik wilde iets belangrijks doen, ik wilde iemand zijn. Voel ik me bevoorrecht? Ja. Ben ik voldaan? Ja, ik denk het wel”, zegt hij. “Ik heb het grote geluk nergens spijt van te hebben.”

Sinds 3 april heeft de nieuwe Ralph Lauren Store zijn deuren geopend in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in het nieuwe aprilnummer van Vogue Nederland, dat nu in de winkel ligt en hier online te bestellen is.