Misschien niet echt groundbreaking op het eerste gezicht, maar toch opvallend. We spotten het steeds vaker op de rode loper: blote nekken zonder sieraden. Afgelopen week nog, tijdens de Golden Globes, lieten onder anderen Kaley Cuoco, Jennifer Coolidge, Selena Gomez en Niecy Nash-Betts een ketting achterwege. En Jessica Chastain droeg helemaal geen sieraden. Zijn sieraden echt uit? En wat heeft dit te maken met recession fashion?
In en uit
Wanneer we roepen dat een trend uit is, is het de bedoeling dat we dit met een korreltje zout nemen. Sterker nog, Vogue’s Lisa beargumenteerde onlangs nog dat we überhaupt wel mogen dimmen met het snel claimen van trends. We kunnen namelijk wel stellen dat we een beetje zijn doorgedraaid met bepalen wat ‘in’ is en wat ‘uit’. Op sociale media gaan in- en uitlijstjes rond waarin wordt bepaald dat havermelk niet meer kan, maar amandelmelk weer wel. Dat make-up moet plaatsmaken voor skincare. En zelfs dat Taylor Swift niet meer cool is. Als klap op de vuurpijl werd blond haar vorig jaar bestempeld als cheugy (ofwel: verouderd, niet meer in stijl).
Betekent dit dat we massaal onze haren verven en op werk verschijnen met een blotebillengezicht? Heus niet. En de hippe koffietenten blijven ook niet achter met een onaangetaste jaarvoorraad aan havermelk. Individueel doen we uiteindelijk allemaal wat we zelf willen. Gelukkig. En voor velen onder ons betekent dit ook nog steeds luisteren naar de muziek van Taylor Swift.
‘Recession fashion’
Dat sieraden uit zijn, is dan ook een overdreven statement. (Het zou wat zijn dat je je trouwring of een sieraad van sentimentele waarde niet meer ‘kunt’ dragen.) Toch bieden mode en de drang naar iets wel of niet willen dragen – zij het onbewust – al jarenlang een weerspiegeling van de tijdsgeest. Dit kan gaan om maatschappelijke gebeurtenissen, zoals de aanhangers van de tweede feministische golf die beha’s in de ban deden of zelfs verbrandden. Maar vaak geeft de (im)populariteit van een kledingstuk ook een indicatie aan van de status van de economie. Denk bijvoorbeeld aan de klassieke Hemline Index Theory: een theorie die stelde dat de lengte van rokken aangeven welke financiële periode we doorgaan. Goede tijden voorspellen korte rokken, zo zegt de theorie, tijdens een diepdal zien we langere zoomlijnen.
Zo’n grote shift in de mode zagen we nog tijdens de internationale recessie van 2007. Plotsklaps maakte een overdaad aan Y2K-bling plaats voor sobere, minimalistische mode – ook wel recession fashion genoemd. Mensen die minder te besteden hadden, gaven hun geld liever uit aan stukken die een volgend seizoen niet al gedateerd voelen. En dat geldt niet alleen voor mensen die verkeerden in economische crisis: de rijken der rijken kochten nog wel van luxemerken, maar dan met name de subtiele, tijdloze ontwerpen – geen opvallende kleuren en logo’s. Voorbeelden hiervan zijn de populaire ontwerpen van Haider Ackermann en Phoebe Philo voor Céline.
