Een huis in boomhutstijl en een leven vol pool parties en kleurig design – welkom in het Californische speelparadijs van stylist Djuna Bel en haar gezin. “We wilden een clubhuis voor volwassenen creëren, waar alles mag en plezier voorop staat. Dat is gelukt.”
Stylist Djuna Bel: typisch Hollands
Aan de ene kant is stylist, creative director en zelfverklaard skincarejunkie Djuna Bel (40) zo Amerikaans als wat. Ze woont in Los Angeles, doet haar boodschappen en de school run in een American muscle car, weet alles over de laatste wellnessrages en haar vrolijke zinnen zijn doorspekt met het woordje ‘like’. Aan de andere kant is ze broodnuchter, soms pijnlijk eerlijk en lukt het haar met gemak Hollywood en alles wat daarbij hoort te relativeren.
Typisch Hollands dus. Djuna is dan ook beide: haar moeder is Nederlands, haar vader Amerikaans. Of we het interview in het Nederlands of Engels doen? “Kies maar”, zegt ze gul. Om even later van gedachten te veranderen: “Doe toch maar in het Engels, want ik spreek Nederlands op het niveau van ongeveer een achtjarige. Een gesprekje gaat dus prima, maar slim overkomen is een ander verhaal.”
No-nonsense en recht voor z’n raap
Djuna werd geboren in de VS, maar reisde de eerste jaren van haar leven met haar avontuurlijke moeder de wereld rond. Na een tijdje in Azië te hebben gewoond, settelde het gezin zich in het noorden van Californië, maar de zomers waren steevast voor Nederland. “Mijn moeders familie komt uit Groningen en van daaruit bezochten we vrienden en familie door het hele land. Mijn twee oudere neven waren als grote broers voor me. Ik heb me altijd thuis gevoeld in Nederland en voel nog steeds een sterke connectie met de Nederlandse cultuur. Hoewel mijn neven na verloop van tijd wel vonden dat ik veramerikaanste. ‘Hoor haar nou’, riepen ze dan, ‘ze klinkt als een yankee!'”
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Djuna kreeg een typisch Hollandse opvoeding, no-nonsense en recht voor z’n raap, wat soms wel zorgde voor botsingen met haar Amerikaanse leeftijdsgenootjes: “Ik heb me lang niet begrepen gevoeld. Vriendinnetjes werden thuis voortdurend geprezen – ‘you’re the best!’ – terwijl mijn moeder mijn tekeningen heus leuk vond, maar het ook eerlijk zei als ik iets niet zo goed had gedaan. Ik ben daardoor niet vol van mezelf en rechtdoorzee, totaal on-Amerikaans.
Ik waarschuw mensen regelmatig. Pas op, zeg ik dan, als je om mijn mening vraagt, krijg je hem ook. Laatst nog zei een kennis dat ze was aangekomen. Ik zeg dan niet: ‘Nee joh, hoe kom je erbij’, maar ‘dan eet je toch een paar dagen sla.’ Ze schrok zich rot. Hallo, denk ik dan, jíj zegt het, niet ik! Mijn beste vrienden hebben dan ook bijna allemaal een biculturele achtergrond – dat klikt gewoon beter. Een half-Koreaanse vriendin zei laatst nog, toen ik vroeg of ze wilde afspreken, dat ze daar even helemaal geen zin in had. Haha, prima toch!”