Iedereen begint de dag op een andere manier. Een slow start met cappuccino en een croissant kan voor de één een must zijn, terwijl de ander zweert bij groene thee met magnesium en daarna een work-out in de sportschool. In de rubriek Magic Mornings spreken we vrouwen over hun ideale ochtend, beautygeheimen en favoriete ontbijt. Deze week: chef de mission van de Paralympische Spelen en voormalig rolstoeltennisster Esther Vergeer.
Esther Vergeer over de Paralympische Spelen
Hoe bereid je je als chef de mission voor op de Paralympische Spelen?
“Allereerst vind ik het heel mooi om deze rol te mogen vervullen. Ik zit nu zó dicht op de sport. En het is fijn dat ik mag ondersteunen in het laatste stukje naar een topprestatie. Van tevoren moet ik goed – samen met het projectteam – de faciliteiten en voorzieningen voor de sporters regelen. Dan moet je denken aan onder andere de reis er naartoe, de sportkleding en de accommodatie. Daarnaast denk ik mee over alle evenementen eromheen, zoals de huldigingen. Maar ook ga ik langs bij de sporters die meedoen dit jaar om hen goed te leren kennen. Verder bereid ik me voor op de woordvoering en de promotie van de Paralympische Spelen richting de media.”
Waar kijk je het meest naar uit?
“Ik vind de energie die loskomt bij de Spelen echt te gek. Daar kijk ik dus naar uit. Het is echt heel gaaf om nog zo dichtbij de sport te mogen staan. Voor mij is zelf meedoen al lang geen ding meer. Ik ga hier van genieten.”
Hoe schat je de kansen van Nederland in?
“De kansen zijn goed van TeamNL. We hebben echt sporters met goede kwaliteiten. Over het aantal medailles kan ik echt nog niks zeggen. Maar een plek tussen de top 10 en top 5 in het medailleklassement moet haalbaar zijn.”
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Je zet je erg in om de representatie van sport met een beperking te bevorderen, want uit onderzoek blijkt dat de kansen nog altijd niet gelijk zijn. Kun je daar meer over vertellen?
“Het is best wel ernstig gesteld met de bewegelijkheid en de sportactiviteit van mensen met een beperking. Dat hoor ik ook regelmatig in de supermarkt en op straat. De cijfers zijn ook best wel schokkend: gemiddeld sport 54 procent van de Nederlanders voldoende, maar als we inzoomen op de Nederlanders met een lichamelijke beperking is dat slechts 34 procent. ABN AMRO heeft dit als partner van de Esther Vergeer Foundation nader onderzocht. Hieruit blijkt onder andere dat 90 procent van de Nederlandse sporters met een beperking al als kind obstakels ervaart bij het sporten. Stigmatisering en misrepresentatie van sport met een lichamelijke beperking lijkt hier een belangrijke oorzaak voor te zijn. Maar wat ook uit dit onderzoek blijkt is dat Nederlanders met een lichamelijke beperking die wel sporten hier enorme persoonlijke voordelen door ervaren: zowel fysiek als mentaal.
Waar ik heel erg in geloof is dat sportclubs toegankelijker moeten worden. Dus dat mensen met een beperking ook kunnen sporten op een gewone club. Dit soort onderzoeken laten zien hoe belangrijk het is dat wat nu ongewoon is, gewoon wordt. Dat betekent helemaal niet dat mensen met een beperking moeten sporten met iemand zonder een handicap. Maar je kan bijvoorbeeld een groep mensen met een beperking laten trainen op een gewone club, zodat dit ook zichtbaar is. Iedereen zou lid moeten kunnen worden van een sportvereniging. En dat dit niet zielig bevonden wordt of raar is. De organisaties die iets kunnen veranderen aan het stimuleren van de sportparticipatie werken daar hard aan. Het onderzoek onderstreept het belang hiervan. Ik hoop ook dat de Paralympische Spelen een boost kunnen geven.”