Tegenwoordig heb je ze vast al gespot. Of het nu op Instagram is, aan het einde van je straat of in levende lijve op een vrijdagavond. Schemerige zaakjes waar ansjovis, Perelló-olijven en iets met ingemaakte groenten in een schaaltje op het menu staan. Rijen met natuurwijnen keurig op een display. Lange houten tafels waar iedereen overheen moet schreeuwen. Een krijtbord vol seizoensgebonden kleine gerechtjes, zoals sardines op toast, die om een of andere reden 17 euro kosten en vaak uit een blikje komen. Ik heb het over de wijnbarhype die de grote steden overneemt.
De hype rond de wijnbar
Een wijnbar is dé plek geworden om ‘gezellig’ een ‘maaltijd’ te delen met vrienden. Kom naar mijn verjaardag, wordt er gezegd, ‘we nemen een paar shared plates en wat Sloveense orange wines’, komt er vaak achteraan. Of nou ja, dat laatste zeggen ze niet expliciet, maar toch sta je aan het eind van de avond 75 euro af te tikken, terwijl je net een kleine hap chicorei en een flintertje varkenshaas hebt gegeten. Vervolgens gebeurt dit: of je kunt niet meer naar die ene cocktailbar, omdat je letterlijk blut bent. Of je gaat wél, en eindigt spectaculair dronken, omdat je avondmaal zo groot was als een theelepel en je nu op lucht leeft.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.