De eerste keer dat ik Griekse yoghurt at, vond ik het helemaal niet op dieetvoer lijken. Het was een dag in mei en ik had het gecombineerd met een aardbei op een warme vroege middag. Het was een van de eerste probeersels van een ‘dieet regime’, en ik herinner me dat ik meteen dacht dat die combinatie zo slecht nog niet was. Zelfs al meer dan bijna drie jaar na dat dieet, eet ik het nog elke dag. Hoewel het veel door bodybuilders wordt gegeten, kan het ook het lekkere tussendoortje zijn om overdag naar uit te kijken. Bovendien heeft Griekse yoghurt nog veel meer voordelen. Die lees je hieronder.
Wat zijn de verschillende soorten Griekse yoghurt?
Als gevolg van het proces om melk in yoghurt te veranderen, ondergaat Griekse yoghurt een extra fermentatiestap en een extra filtratiestap dan gewone yoghurt, daarom is het dikker en romiger. Er is meer melk nodig om het te produceren en het bevat minder water maar meer voedingsstoffen. In de originele, minder gefilterde versie is volle Griekse yoghurt het rijkst aan vet, met ongeveer 9 gram per 100, wat resulteert in een hogere calorie-inname, maar ook een groter gevoel van verzadiging na verloop van tijd (dankzij de evenwichtige vet/eiwitverhouding) en een rondere smaak. Dat gevoel gaat verloren in de 5% of 2% magere versies, samen met de calorieën die naar beneden gaan. De populairste 0% Griekse yoghurt daarentegen is duidelijk lichter in calorieën door de afwezigheid van vet, maar smaakt daardoor meer naar roomkaas dan naar zachte yoghurt.