hoog-in-de-zwitserse-bergen-vind-je-grand-hotel-waldhaus-mysterieus-en-verleidelijk-al-meer-dan-5-generaties-lang-332582

Hoog boven meer en dorp: Grand hôtel Waldhaus in Sils was de droom van hotelier Josef Giger en na vijf generaties is het kasteelhotel nog altijd in de familie. Gebouwd met de heldere visie van een man, gevormd door de dromen en herinneringen van velen.

Vanuit het Italiaanse grensstadje Chiavenna kronkelt de weg als een slang omhoog tot aan de Malojapas (1815 meter hoog). De pas verbindt de Val Bregaglia met het Engadindal in Zwitserland. Zo steil als de weg omhooggaat, zo geleidelijk daalt-ie daarna af naar het meer van Sils – Segl in het retro-Romaans, de taal die hier wordt gesproken. De aanblik van het meer is in elk seizoen overdonderend. ’s Winters, als het een aantal dagen hard vriest en niet sneeuwt, verandert het meer in een diepzwarte spiegel. Schwarzeis wordt het genoemd, beeldschoon maar levensgevaarlijk en dankzij het veranderende klimaat steeds zeldzamer.

grand hotel waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen

TikTokwaardige florentines

Wie even gas geeft, zou een kwartier later met een negroni in de hand aan de bar van het Badrutt’s Palace Hotel in St. Moritz kunnen zitten. Lekker, voorspelbaar en gegarandeerd cool. Maar als je de andere kant op kijkt – iets wat verfrissend is om af en toe te doen – lonkt er aan de overkant van het meer een wit kasteel. Het ligt hoog op een berg tussen de besneeuwde dennenbomen, verleidelijk en mysterieus. Soms verdwijnt het in een mistvlaag, dan weer is het duidelijk zichtbaar met haar zeegroene luiken en spitse toren, die eigenlijk iets te klein is voor het kolossale gebouw.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Aan de voet van de berg, geklemd tussen twee bergmeren, ligt het dorpje Sils-Maria. Een bescheiden boerendorp met een kerk, een postbus en een bakkerij waar ze TikTokrijwaardige florentines bakken, zonder er ruchtbaarheid aan te geven. Als de San Lorenzo-kerk aan de oevers van het meer haar klokken luidt, schalt het gebeier over het water als het gezang van Odysseus’ sirenen. Dingdong, koekoek, welke afslag wordt het?

Tijdloze elegantie 

Toe maar, je bent in goed gezelschap. Thomas Mann, Marc Chagall, Albert Einstein: allemaal lieten zij zich verleiden door de sprookjesachtige aanblik en beklommen ze de steile trap naar de statige entree van het Waldhaus. Ze kwamen om te lezen, te schrijven en te dromen in de elegante biedermeiersalons, te wandelen door de donkere dennenbossen, te souperen onder de machtige kroonluchters in de eetzaal, en daarna te dansen op de glanzende parketvloer van de Salon Bleu. Voor even verdwijnen in een wolk van tijdloze elegantie, vriendelijkheid en zeldzame bescheidenheid. Wie vandaag, ruim een eeuw later, de roep van de sirenen volgt, wacht eenzelfde genot.

grand hotel waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen
grand hotel waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen

 

Hotelier Josef Giger had een leven lang in hotels van anderen gewerkt. Toen hij begin 1900 eindelijk zijn eigen hotel liet bouwen, vroeg hij de architect iets te ontwerpen dat mooi was, maar ook functioneel en duurzaam. Vanbuiten een kasteel, vanbinnen geen opsmuk. “Een hotel dat zijn kinderen een goede boterham zou opleveren”, zoals Giger schreef in een brief aan een collega. Duurzaam dus, op alle fronten. Honderdzestien jaar later staan achter-achterkleinzonen Patrick en Claudio Dietrich aan het roer. Hun zus Carla en Claudio’s vrouw Cornelia runnen respectievelijk de spa en de marketingafdeling. Naast de broers en zussen Dietrich werkt er nog een tiental familieleden in het hotel. Waldhaus is een van de weinige Europese grand hôtels uit die tijd die het gelukt is een family affair te blijven, een verschil dat je voelt aan alles.

Jugendstil 

Vijf generaties verder is er veel veranderd, maar veel ook niet. Nog altijd wacht een familielid de gasten op onder de iconische luifel die als een zwevende waaier boven de deur hangt en de aankomst extra grandeur geeft. Patrick Dietrich wil er niet te nostalgisch over doen. “We doen dingen niet alleen omdat het nu eenmaal traditie is. We durven onszelf ook de vraag te stellen: moeten we het ook in de toekomst zo blijven doen, of kan het anders? Die vraag is belangrijk en moet je beantwoorden om als hotel aantrekkelijk te blijven.”

De toiletbordjes met man en vrouw erop mogen misschien niet inclusief zijn en dus uit de tijd, die van Waldhaus mogen blijven vanwege de prachtige jugendstilstijl waarin de poppetjes getekend zijn. In de hal hangt het bord waarop vroeger dagelijks met krijt de namen van de arriverende gasten werden geschreven. Tegenwoordig hebben ze daar computers voor. Maar de kamerdeuren gaan nog altijd open met een zware sleutel die je afgeeft bij de receptie, zodat de receptionist je in de ogen kan kijken en kan vragen of alles naar wens is, en jij je toevlucht niet hoeft te zoeken op een anoniem platform als Tripadvisor. Menselijkheid, empathie, het gaat hier allemaal boven perfectie. Sterker nog, het zijn de details die uiteindelijk samen de perfectie maken.

Huiskamer vol huiskamers

Het belle-époquetrappenhuis met de imposante art-nouveau- kroonluchter is onaangeraakt. En op de overloop van elke verdieping hangt de originele sonnerie aan de muur: het belsysteem waarmee vroeger de kamermeisjes werden opgeroepen als er warme kruiken, koffie en thee naar de kamers gebracht moesten worden.

waldhaus vogue
©Vogue, Brenda van Leeuwen
grand hotel waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen

Er is ook een lift, maar als je die neemt, mis je de dromerige zitjes in het trappenhuis vanwaaruit je over het meer van Sils en de Malojapas kijkt en waar ’s winters ijsbloemen op het handgeblazen glas staan. Giger koos de locatie voor zijn hotel vanwege het fenomenale uitzicht, en daar moesten gasten én personeel vanaf elke plek van kunnen genieten. Vanuit de kamers, maar ook vanuit de lobby, het restaurant en zelfs dus het trappenhuis. Bijzonder detail: het mooiste uitzicht is voor het keukenpersoneel, dat sinds 1908 werkt in een keuken die met opzet op de eerste etage is gebouwd, zodat er volop daglicht binnenvalt.

Comfy chesterfields 

Het hart van het Waldhaus is de enorme lounge, gevuld met comfy chesterfields en sofa’s, zo opgesteld dat het eruitziet als een huiskamer vol kleine huiskamers. Wie graag in het middelpunt staat, kiest een van de roze zitjes onder de neon skylights. Wie wil lezen met daglicht zit het best in de halfronde uitbouw achter de metershoge ramen die uitkijken op het bos. Voor wie wel wil zien, maar niet gezien wil worden, zijn er de bankjes in de nissen aan de rand van de zaal vanwaaruit je incognito de lobby, de bar en de Salon Bleu overziet.

Patrick woonde tot zijn vijfde met het gezin en zijn grootouders in het hotel. Niet in een privé-appartement, maar verdeeld over een aantal hotelkamers. Daaraan heeft hij veel herinneringen. In de maanden dat het hotel open was, golden er strikte regels. Zo waren de lobby en salons ’s avonds verboden terrein voor de kinderen. Patrick: “Dat was een andere wereld, een van de ruisende avondjurken, kristallen wijnglazen en kaarslicht. In de gang waar wij sliepen was een raam dat uitkeek op de eetzaal. Daar zaten we met onze neuzen tegen en glas en keken we stiekem naar de magische wereld beneden.”

hotel zwitserland
©Vogue, Brenda van Leeuwen
hotel zwitserland
©Vogue, Brenda van Leeuwen

Wonderlijk hotelleven 

In de maanden dat het hotel gesloten was, mocht er badminton gespeeld worden in de lobby en fietsten de kinderen door de hotelgangen. Alles wat niet kon als er gasten waren, kon dan wel. Patrick woont nu zelf met zijn jonge gezin tegenover het hotel. Hij probeert, meer dan zijn ouders gewend waren, een scheiding tussen werk en privé te houden. Maar als de hotelgasten straks naar huis zijn, spelen ook zijn kinderen met vriendjes en vriendinnetjes verstoppertje in de gangen en salons en maken ook zij nieuwe herinneringen aan het wonderlijke hotelleven.

In de optelsom van al deze herinneringen schuilt volgens Patrick de magie. “Onze eigen herinneringen, maar ook die van gasten en personeel: samen vertellen zij het verhaal van het Waldhaus. Onze gasten komen vaak terug, sommigen generaties lang. Dat betekent dat je als hotelier niet elke keer vanaf nul begint. Je kunt iets opbouwen. Er zijn vaste gasten van mijn eigen leeftijd met wie ik vroeger als kind al speelde. Het zijn ook hun herinneringen die ervoor zorgen dat het hotel voortleeft in de toekomst.”

Vaste gasten, eigen kamer

Dat brengt ons op het onderwerp ‘vaste gasten’. Delicaat, want namen worden er nooit genoemd. Discretie is key in het Waldhaus. Wie komt om gespot te worden, kiest voor het de rookkamer met de james bond-look uit de rotsen naburige St. Moritz. Wie naar Sils komt, wil doorgaans onder de radar blijven. Aan vaste gasten geen gebrek en geen van de honderdveertig hotelkamers is níet de ‘eigen kamer’ van minstens één iemand.

waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen
waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen

Datzelfde geldt voor de tafels in het restaurant en de barkrukken: mensen zijn gewoontedieren, het personeel weet dat en gaat er zorgvuldig mee om. Een probleem ontstaat pas als er meer gasten tegelijk op hetzelfde moment aanspraak maken op dezelfde ‘eigen kamer’. Wat dan? Patrick lacht geheimzinnig. “In een hotel als dit is geen dag hetzelfde. Alle denkbare situaties komen voorbij. Het leuke aan lastige situaties is dat je kunt proberen ze zo goed mogelijk op te lossen.”

Grand hôtel Waldhaus: hotel met een verhaal

En ja, verzoeken van mensen die graag in het hotel zouden willen wonen, krijgen ze ook. “Vaste bewoners hebben we niet, wel gasten die wekenlang blijven. We zijn bereid ver te gaan voor onze vaste gasten. Zo is er een oudere dame die hier al jaren komt. Toen ze een paar jaar geleden weduwe werd, wist ze niet meer hoe ze hiernaartoe moest reizen in haar eentje. Een van onze chauffeurs is haar gaan ophalen in Parijs.”

Een plek met geschiedenis, een hotel dat een verhaal vertelt: het valt Patrick op dat ook jonge gasten en jong personeel hier steeds vaker waarde aan hechten. “Ook jonge mensen vinden het prettig onderdeel te zijn van een groter verhaal. Binnen dat verhaal moeten we ons wel blijven afvragen wat deze nieuwe jonge klanten nodig hebben. Zelfs gasten die hier binnenstappen en verzuchten hoe heerlijk het is dat alles hetzelfde blijft, zouden niet meer komen als dat ook écht zo was.”

waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen
waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen
waldhaus
©Vogue, Brenda van Leeuwen

The devil in the detail

In 2000 en 2012 waren er renovaties, uitgevoerd door het gerenommeerde Zwitserse architectenbureau Miller & Maranta. Toen werd onder andere de rookkamer met de james bond-look uit de rotsen gehouwen en het modernistische jarenzeventigzwembad opgefrist. Een zwembad alleen is niet meer voldoende en de bescheiden spa werd uitgebouwd tot een eigentijdse vijftienhonderd vierkante meter tellende wellness.

Wie hier een behandeling boekt mag zich verheugen op de biologisch gecertificeerde producten van Team Dr Joseph uit Südtirol. En zoals altijd schuilt the devil in the detail. Zo tovert de schoonheidsspecialist een glanzende gua sha-steen van diepzwart obsidiaan uit een fluwelen zakje. De steen zou rimpels gladstrijken, beschermen tegen negatieve energie, geestverhelderend werken, zelfinzicht geven en obstakels uit het verleden helpen opruimen. Ging je niet voor de florentines, dan zou je alleen al voor deze steen afslag Sils nemen.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het decembernummer van Vogue 2024.