Heleen Hülsmann is een estheet pur sang. Design van India Mahdavi, kunst van Sarah van Sonsbeeck en de vrouwvriendelijke ontwerpen van Dries Van Noten – in haar mid-century-achtige ‘bungalow’ in Amsterdam-Zuid bestaat het allemaal moeiteloos naast elkaar en wordt het gekoesterd. Maar niet ten koste van alles: “Een huis is geen museum.”
Heleen Hülsmann: ‘Ik bén Amsterdam-Zuid’
Een paar minuten na binnenkomst staat Heleen Hülsmann (61, eigenaar van de gelijknamige salon voor tweedehands designerkleding in Amsterdam-Zuid) te juichen in haar keuken. Het roept ook nogal wat emoties op, een ficus lyrata – de tabaksplant met typische vioolvormige bladeren – in leven houden. Dan is de aarde te nat, dan weer te droog, dan worden de bladeren geel, dan weer bruin.
“Normaal gesproken staat-ie in de tuin”, zegt Heleen, “maar als het te koud wordt verhuizen we hem naar de keuken. En dan gebeurt er dus dit.” Ze maakt een omtrekkend gebaar richting de vergeelde bladeren en zucht. “Maar kijk”, roept ze wijzend. En ja hoor, tussen het geel zien we nieuwe blaadjes, net ontsproten, helemaal diepgroen en knispervers. Juichen dus. Nieuw leven, de boom doet het nog.
Leven met aandacht
Het zegt veel over Heleen en de manier waarop ze omgaat met alles wat leeft in haar huis in Amsterdam-Zuid, dat ze deelt met echtgenoot Hans Jonkers (72, regisseur van commercials). De brede tuin met zorgvuldig aangelegde tegelpatronen op verschillende niveaus, stroken mos, weelderige fatsia japonica en jasmijn – diep donkergroen, zelfs in januari. “Kijk”, wijst Heleen ons op een pluim vergeeld hoog gras, die in hartje winter voor een toef kleur en diepte zorgt, “zó mooi!”
De gouden details die overal in huis terugkomen, van een klein schilderwerk van Sarah van Sonsbeeck in de badkamer tot miniwandlampjes van Michael Anastassiades, de kranen in de wc en spots in de keuken. De afgesloten potten in de keuken, gevuld met verse macadamia- en pecannoten, naast vintage poezenbeeldjes van Lisa Larson en Floris Wubben-vazen gevuld met mimosa. Niet alles leeft letterlijk, maar toch, Heleen blaast ook het levenloze adem in. Er wordt hier geleefd met aandacht, voel je aan alles. Met zorg. En met liefde.
Empty nest aan het Vondelpark
“Hans en ik hebben altijd in oude huizen gewoond, met en-suitedeuren en ornamentenplafonds”, vertelt Heleen. “We hebben meerdere keren vreselijk verbouwd en voor mijn gevoel elk huis in Amsterdam-Zuid vanbinnen gezien voor we het huis vonden waar we uiteindelijk, achtentwintig jaar geleden, ons gezin hebben gesticht: een prachtig pand aan het Vondelpark. Onze tweeling, Bob en Sven, nu 28, is er geboren, net als dochter Mick (inmiddels 26). Maar toen besloten ze alle drie een jaar of zeven geleden in dezelfde maand uit huis te gaan. Bam, zaten we ineens met z’n tweeën in dat enorme pand met plafonds van acht meter hoog.”
“Ik riep al heel snel: wij gaan verhuizen! Want al die lege kamers, I can’t. Veel te confronterend en ook gewoon echt onzin, een zesendertig meter diepe tuin voor twee mensen. Na een korte tussenstop in een jarentwintigwoning in de Valeriusstraat – waar we weggingen omdat er een honderd jaar oude boom in de tuin stond die letterlijk het huis ingroeide – vonden we dit huis in dezelfde buurt.