Anna de Lanoy Meijer en Nina Poot staan aan het hoofd van misschien wel ’s lands meest geliefde lifestylemerk, ANNA + NINA. Vogue Living mag op de thee in hun hoofdkantoor aan het Vondelpark en rondneuzen in hun knusse huizen in Zuiderwoude en Amsterdam-Oost.
Op de thee bij Anna en Nina: niet lullen maar poetsen
Wie door het smalle, doodgewone straatje naast het Vondelpark wandelt, zal niet snel vermoeden dat hier – tussen de woonhuizen, met het geklingel van de tram op de achtergrond en zonder opzichtige logo’s op de ramen – het hoofdkantoor van ANNA + NINA verstopt zit.
Oprichters Anna de Lanoy Meijer (38) en Nina Poot (36) staan immers niet bepaald bekend als muurbloemen. Wie hun winkels bezoekt wordt ondergedompeld in kleur, print en alles wat blinkt, en de website is een rariteitenkabinet vol geborduurde servetten, meubels met luipaardmotief, kimono’s in boho-stijl, vintage geelgouden juwelen met grote edelstenen en beschilderde sieradendoosjes.
In hun universum is alles even hebberigmakend, dankzij een slimme samenkomst van mode, spiritualiteit en exotica, gecombineerd tot een gouden mix van betaalbare luxe, behapbaar design en ultieme vrolijkheid. “ANNA + NINA – dat zijn wij zelf”, legt Nina uit. “Alles wat je in de winkel ziet zouden we zelf dragen of in huis neerzetten.” Anna vult aan: “We bevinden ons ergens tussen kunst en kitsch. We hebben geen van beiden een ontwerpopleiding gevolgd; ik heb daardoor best lang last gehad van het impostor syndrome. Maar ja, als Selfridges in Londen zegt: ‘Jullie zijn ons bestverkopende interieurmerk van de afgelopen twee jaar’, denk ik: potdomme, we hebben echt iets in onze mars. Na tien jaar in de business mogen we dat nu toch wel zeggen.”
Koetjes en kalfjes
Ons gesprek vindt plaats op de tweede verdieping van het pand in het stille straatje, op de eerste werkt het team, vijftig man sterk. Op tafel koek en cake, tegen de muren de nieuwe collectie kandelaren (spoiler: veel gekleurd glas), half ingepakte kerstpakketten en vooral veel sieraden, het item waar de onderneming groot mee werd. De thee smaakt naar kaneel en voor we gaan zitten wordt nog snel wat verloren hagelslag van tafel geveegd. Eerst wat koetjes en kalfjes.
Over de nieuwe winkel in Rotterdam die 1 december de deuren opende, het vierde filiaal naast drie flagshipstores in Amsterdam en Antwerpen. Maar ook over de droom op termijn een winkel te openen in Londen, waar ANNA + NINA al verkocht wordt door prestigieuze warenhuizen Selfridges en Liberty. En de piercingshop die deze maand opengaat in de winkel aan de Herengracht, waar je door een professionele piercer gaatjes in je oren kunt laten prikken, met piercings ontworpen door Romy Boomsma.
Het is moeilijk voor te stellen dat Anna en Nina, die elkaars zinnen moeiteloos afmaken – Anna uitbundig en met grote handgebaren, Nina meer bedachtzaam – en afgelopen zomer het tienjarig bestaan van hun merk vierden met een groot feest in de tuin van Lion Noir, elkaar ooit niet eens mochten.
Grinnikend begint Nina te vertellen: “Mijn man Hein was bevriend met Anna. Toen we gingen samenwonen bleek er een appartement vrij te komen boven het huis van Anna en haar man Peter. Nadat we daar waren ingetrokken heb ik zó mijn best gedaan voor Anna, want ik vond haar interessant en leuk. Maar zij kende de ex van Hein goed en wilde loyaal zijn aan haar, dus gunde ze mij nauwelijks een blik waardig.”
Anna lacht hard: “Nou, zó erg was het ook weer niet. Maar ik kan me inderdaad wel herinneren dat we eens met z’n vieren zouden gaan varen en dat mijn man zei: ‘Nu ga je een keer normaal doen tegen haar!’ Dat heb ik toen maar gedaan en the rest is history.”
Wat volgde was een soort Melrose Place-situatie. Nina: “Onze deuren stonden altijd open en we liepen voortdurend bij elkaar binnen. We hoorden elkaar ruziën en dronken duizend koppen koffie samen. Ik kan wel zeggen dat het de mooiste tijd van ons leven was, zo zonder kinderen en grote zorgen.”
Succes (en de keerzijde)
Na verloop van tijd ontstond het idee van een gezamenlijk bedrijf, ongeveer tegelijkertijd met de geboorte van Anna’s eerste dochter Amy (nu 9). Het merk ANNA + NINA begon met een inleg van vijfhonderd euro per persoon en groeide binnen een paar jaar uit tot een van ’s lands bekendste lifestylemerken. Anna: “Ik weet nog goed dat we in de begintijd fantaseerden over waar we nu staan als bedrijf. Het hebben van een eigen winkel leek ons zó cool. Little did we know dat ons dat binnen onafzienbare tijd ook echt zou lukken.”
Snel benadrukt ze dat er ook een keerzijde aan het succes zit. “Destijds reisden we samen de wereld rond. We werkten wekenlang remote vanuit Bali of Thailand, laptop erbij, voeten in het zand. Dat gaat nu niet meer. Niet alleen door het bedrijf, maar ook doordat we allebei een gezin hebben. Dat mooie merk dat we hebben opgebouwd, met al die werknemers en winkels, wordt zo ook een beetje een gevangenis.” Dan lachend: “O jee, ik ben weer eens veel te eerlijk!”
Nina vult aan: “Het hebben van een eigen onderneming is vergelijkbaar met het hebben van een kind. Anna en ik hebben ons lot aan elkaar verbonden. We kunnen, net als bij een relatie met kinderen, niet zomaar weglopen. Ons leven speelt zich hierdoor uiteraard deels apart van elkaar af, maar toch vooral heel erg samen.”
Ommezwaai
Het was dus best even schrikken toen Anna besloot met haar gezin (inmiddels aangevuld met dochters Lalou en Suzette, nu 6 en 4) Amsterdam te verlaten. In het piepkleine dorp Zuiderwoude – deel van gemeente Waterland en alleen bereikbaar via een witte ophaalbrug – vond ze een tot woonhuis omgebouwde oude school, met schier eindeloos uitzicht over de weilanden en, heel in de verte, de Rembrandttoren.
De verhuizing zorgde voor een ommezwaai van heb ik jou daar, van bakfiets en stadsspeeltuin naar modder, boomhutten en moestuin. Anna: “Ik kón niet meer in Amsterdam. Ik ben een stadsrat en hou met hart en ziel van de gorigheid ervan, maar ik heb ook drie kinderen en had op een gegeven moment het gevoel dat het leven een sleur werd. Zat ik wéér tussen de expats in het Vondelpark met koffie en appelsap. En ons drukke sociale bestaan nekte me. Er belde elke dag wel iemand spontaan aan voor een kop thee of afhaal-Chinees. Nee zeggen kon niet, omdat ik nu eenmaal een enorm sociaal dier ben, maar diep vanbinnen was ik toe aan rust.”
Uitrazen tussen plastic zooi
Anderhalf jaar geleden maakte het gezin de grote overstap. “Ons huis wordt aan twee kanten omzoomd door water en als je het laantje richting ons huis afrijdt, tussen een haag van bomen door, is er altijd wel een zonsondergang te zien, of de maan die hoog aan de hemel staat. We leven hier met de natuur en de elementen, wat een totaal nieuwe gewaarwording voor me is. Het kan keihard waaien, met zwiepende takken en een wolkenlucht die haast uit elkaar spat, of juist heel warm zijn. Ik hoor bewust de vogels zingen en werk veel in onze tuin. Ook mijn dochter van vier kan hier veilig alleen de straat op en in de zomer varen en suppen we veel.”
Wanneer de heimwee Anna overvalt, is de stad nooit ver weg. “Soms sneak ik ’s avonds in het weekend naar buiten voor een sigaretje op de veranda. In de verte kan ik de lichtjes van de clubs in Amsterdam-Noord dan zien knetteren. Het is fijn om het stadsgewoel te kunnen zien, maar er geen onderdeel meer van te zijn. Om toeschouwer te zijn, in plaats van deelnemer. En als ik de stad mis, fiets ik naar Noord voor een goed restaurant of een speelhal voor de kinderen. Want ook zij zijn geboren stadsmensen die soms gewoon even willen uitrazen tussen de plastic zooi, met een bak friet ernaast.”
En die Amsterdamse vrienden? Die komen ook hier gewoon aan huis, want Anna is nu eenmaal een geboren gastvrouw. Beroemd waren haar etentjes in Amsterdam, waarbij het licht pas uitging als het ochtendgloren zich aandiende, en menig pril liefdesverbond werd beklonken dankzij een zorgvuldig uitgekiende gastenlijst en tafelschikking.
Anna: “Ik hou van een beetje rock-’n-roll in mijn leven, dus feestjes zullen we altijd blijven vieren, ook tussen de weilanden. Het voordeel is dat we hier tot in de vroege uurtjes kunnen dansen in de tuin zonder dat iemand er last van heeft. Een culinair wonder ben ik trouwens niet. Mijn geheim is: overweldig je gasten met een goeie fles, indrukwekkende borrelhappen en een uitbundige aankleding. Daarna let niemand meer op het hoofdgerecht.”
Cocon van rust en sereniteit
Waar Anna de stad heeft verlaten, creëerde Nina met Hein en dochters Sammie (6) en Mae (3) een cocon van rust en sereniteit in hartje Amsterdam. In een doodlopend straatje, op steenworp afstand van de Weesperzijde, vond het gezin een dubbel benedenhuis met – voor de stad uniek – een ruime tuin. “Het is best een donker huis”, vertelt Nina.
“Een soort bunker haast. We hebben daarom gekozen voor een palet van aardetinten, met uiteraard hier en daar een kleurige toef Anna + Nina. We wilden graag een gezellig huis, met een plofbank en zachte materialen. Want anders dan Anna tussen de weilanden, leven we hier veel binnen. In de winter en herfst is het hier het fijnst; dikke sokken en kaarsen aan, en dan met een wollen deken op de bank lekker netflixen.”
Nina groeide op in Wassenaar, op fietsafstand van het strand. Het buitengevoel kent ze dus door en door, maar vooralsnog blijft het daarbij. “Soms voelt het alsof we op de wip zitten. Mijn zus woont vlak bij Anna in Broek in Waterland en om ons heen vertrekken veel jonge mensen uit de stad, op de vlucht voor de hoge huizenprijzen en mensenmassa’s. Maar ik hou zó van Amsterdam, ik kan de stad nog niet loslaten.
Ik kan me goed herinneren dat ik als kind voor het eerst de hoofdstad bezocht met mijn ouders. Ik voelde meteen: dit is het voor mij. Dat gevoel is nooit weggegaan. Mijn eerste appartement aan het Mercatorplein, toen nog best een louche plek, deelde ik met een vriendin. We sliepen samen in een tweepersoonsbed omdat er maar één slaapkamer was, maar wat waren we gelukkig. Dat gevoel van verwondering en opwinding over de stad ben ik nooit kwijtgeraakt.”
Nu de kinderen uit de luiers zijn, maakt Nina ook echt weer gebruik van wat Amsterdam te bieden heeft. “Artis is zowat onze achtertuin, de oudste vindt het heerlijk om naar de bioscoop te gaan en we vinden het leuk om de kinderen mee te nemen naar het Rijks en Stedelijk. Ikzelf ga graag naar pilates en we zitten veel met vrienden in het park of op het Amstelveld. Iedereen neemt dan een mand kaasjes, noten en wijn mee en de kinderen vermaken elkaar. Dat gevoel van een hechte community om ons heen vind ik fijn. Het ouderschap kan soms best eenzaam zijn en afspreken met vrienden en hun kinderen geeft lucht. Het maakt dat je er even niet zo hard aan hoeft te trekken, je energie niet met bakken wegvloeit en het kindergebeuren min of meer vanzelf gaat.”
Woelige wateren
Beide vrouwen zeggen in theorie moeiteloos met elkaar van huis te kunnen ruilen. Nina: “Ik zou misschien even de wc-borstel vervangen, maar verder zou ik zo bij Anna kunnen intrekken. Met hoeveel mensen ben je nou zo close en zit je zo op één lijn qua smaak, dat je dat kunt zeggen? In mijn leven is dat er maar één.” Het is hun hechte band die hun succes verklaart. Anna: “Het slagen van ANNA + NINA komt voort uit wie Nina en ik zijn, uit hoe we in het leven staan. We zijn allebei een tikkeltje brutaal en niet bang of perfectionistisch. En we zetten door. Ik ken honderd mensen met betere ideeën dan wij, maar het verschil is dat wij niet alleen lullen, maar doen.”
Een instelling die ze meermaals van pas kwam. Tijdens de eerste maanden van de pandemie bijvoorbeeld, toen voor een fortuin aan orders werd teruggestuurd en een bruut einde van ANNA + NINA plots een wel héél reële optie leek. Maar ook eerder, toen de onderneming door een moeizame five year itch ging. Nina: “We waren in vijf jaar tijd hard gegroeid, maar hadden intussen niet voldoende geprofessionaliseerd. Daardoor ontstonden allerlei kinderziektes en groeipijnen. In diezelfde periode zaten we allebei ook nog eens met zwangerschappen en verhuizingen, dus de druk was hoog.”
Risico’s nemen
Anna: “We namen een coach in de arm, zo’n grijze man met bril. Hij is met ieder individueel personeelslid gaan praten en nam de hele supplychain onder de loep. Wat bleek: wij wisten precies wat ieders taak was, maar de medewerkers hadden geen idee wat er van ze verwacht werd. In die tijd was er bijvoorbeeld een doos goud kwijt ter waarde van tachtigduizend euro. Ik weet nog goed dat ik wanhopig tegen die man zei: wat gebeurt er toch allemaal, ik heb soms het idee dat het aan ons ligt! Hij zette zijn bril recht, leunde achterover en zei bedeesd: ‘Dat ís ook zo.’ Ik kan daar nu hard om lachen, maar toen …”
Dus werd er bezuinigd, onder andere door te verhuizen uit het flitsende kantoorpand dat ze destijds huurden in Amsterdam-Oost, met een grote binnenplaats en magnolia’s in de tuin. Anna: “Ook op dat soort momenten zijn Nina en ik niet bang om te handelen. Risico’s nemen hoort bij ondernemen, maar als je het deksel op de neus krijgt, moet je ingrijpen. Natuurlijk loopt de spanning soms hoog op, maar uiteindelijk realiseren we ons allebei dat het ‘maar’ werk is, dat er belangrijker zaken in het leven zijn. Ik denk altijd maar: tomorrow you can be dust.”
Zielsverwanten
Misschien wel de zwaarste periode brak aan toen Nina zwanger raakte van haar dochter Sammie. Nina: “Anna en ik waren tegelijk zwanger: Anna van haar tweede, ik van mijn eerste kind. Na twintig weken kwamen mijn man en ik erachter dat Sammie een ernstige hartafwijking had.” Nieuws dat aankwam als een mokerslag. “Anna en ik waren maar vier dagen na elkaar uitgerekend, alles ging gelijk op, en ineens kregen wij dat vreselijke nieuws. Na Sammies geboorte zaten Hein en ik drie maanden op de ic, terwijl Anna thuis zat met een pasgeboren baby en het bedrijf ook nog gerund moest worden.”
Inmiddels zijn Sammie en Anna’s dochter Lalou hartsvriendinnen en gaat het heel goed met Sammies gezondheid. “Achteraf best gek dat ik na de geboorte en die tijd in het ziekenhuis vrij snel weer aan het werk ging, maar ja, Anna was daar.” Nina valt even stil om een traan weg te vegen. “Ik wilde met niemand praten over waar ik doorheen ging, behalve met haar. Haar vriendschap betekende in die tijd álles voor me.”
Anna: “Je hoort natuurlijk weleens over de krabbenmand en vrouwen die elkaar omlaaghalen en beconcurreren. Daar is tussen Nina en mij geen sprake van. Als het met Nina goed gaat, gaat het met mij goed, en andersom. Ik ervaar onze vriendschap als een heilige band. Zelfs als we de hele week hebben samengewerkt en in het weekend op een borrel staan, hebben we elkaar nog iets te vertellen. ‘Jézus,’ roept mijn man dan, ‘staan ze daar nog stééds te ouwehoeren!’ Peter wordt daar soms gek van, want ja, Nina en ik hebben toch een soort huwelijk naast ons huwelijk.”
‘Dit stopt nooit’
Een ‘huwelijk’ dat soms zelf soepeler verloopt dan the real deal. Anna: “Tussen man en vrouw kan binnen een gezin veel onuitgesproken blijven, of er kan een strijd ontstaan om waardering en respect. Vrouwen zijn nog steeds vaak verantwoordelijk voor de backoffice van het gezinsgebeuren. De cadeaus voor jarige klasgenoten, het inplannen van de oppas, het regelen van de clubjes. Mannen zien vaak niet eens wat hun vrouw allemaal op zich neemt. In de samenwerking met Nina is daar geen sprake van. Ik voel me door haar gezien, begrepen en vooral gedragen.”
Mooi, maar ook best confronterend. Want zowel Anna als Nina weet maar al te goed dat ze, of ze nou willen of niet, nooit meer van elkaar afkomen – tenzij ze de stekker uit ANNA + NINA trekken.
Nina: “Natuurlijk hebben we het daar weleens over gehad, tijdens de pandemie bijvoorbeeld. Het bedrijf zat plots in zulk zwaar weer dat we gerouwd hebben om het potentiële verlies ervan. Achteraf bleken de coronajaren juist goede verkoopjaren, maar dat wisten we toen nog niet. We hebben zó gejankt. Maar tegelijkertijd voelden we allebei heel sterk. Als het nu klapt is dat helemaal prut, maar niet het einde van de wereld. Dan vinden we wel weer iets anders leuks om samen te doen. Samen ja, want Anna en ik – dat stopt nooit.”