Model Gigi Ringel: ‘Thuis zijn voelt voor mij als de ultieme vorm van vakantie’
"Modellenwerk is fantastisch, maar erg all over the place. Zo rij je in een golfkarretje over de Bahama’s, sta je op een billboard in New York, maar kun je toch verlangen naar eenvoud."
Voor iemand die veel reist is het de ultieme luxe: een thuis op één plek. Het lukte model Gigi Ringel, die met haar geliefde en twee katten in de drukste straat van Amsterdam woont. Al merk je daar binnenshuis weinig van; daar zorgen de aardse kleuren en materialen wel voor. “Van die rust laad ik op.”
‘Via je huis kun je iets teruggeven aan anderen’
Model Gigi Ringel (27) stond als tiener bekend als het meisje zonder broek. Onder haar toenmalige stijluniform – enorm shirt van de Zeeman, torenhoge sokken – vielen haar ultrakorte shorts amper op. Ze kreeg bijna geen zakgeld; het was haar manier om er toch ‘een beetje gek’ uit te zien. “Dat trokken ze natuurlijk helemaal niet, in mijn geboortestad Apeldoorn.” Omdat Gigi dingen liever niet volgens het boekje doet, heeft ze nu al wel de halve wereld gezien. Ze is model (o.a. voor Ralph Lauren, Missoni en Levi’s), yogadocent, masseur én kunstenaar. Muziek maken kan ze ook, onder meer op de piano en hangdrum. Agentschappen en lifestylepublicaties prijzen haar aan als down-to-earth beauty die always on the go is, gezegend met een bos jarentachtigkrullen.
Het zijn juiste beweringen, blijkt als ze de telefoon opneemt vanuit Australië. Ze zit zonder make-up voor de camera, vanwege het weer – “paradijselijk” – draagt ze alleen een olijfgroene tanktop. Rechte rug, open blik. Australië, in het bijzonder Byron Bay, is sinds haar negentiende haar tweede thuis. Ze woonde er drie jaar op en af vanwege een ex-geliefde (“een jongen die ik één keer in Paradiso had gezien”), ze heeft er nog steeds een agentschap en een vriendengroep. Ze is nu “op een soort babytour”. “Al mijn vrienden van vroeger hebben opeens kinderen gekregen.”
Aardverschuiving
Intussen wacht er in Amsterdam, sinds bijna zes jaar haar eerste thuis, ook een kleine aardverschuiving. Haar Ierse vriend Fergus trekt binnenkort bij haar in; hij appte net nog foto’s van verhuisdozen. “Als ik terug ben wonen we officieel samen. Fergus is de mooiste man die ik ooit heb gezien, dus ik prijs mezelf gelukkig. Ik kijk ernaar uit dat ’thuis’ binnenkort op één plek te vinden is, met Fergus, mijn twee katten, Kala en Leo, en ik onder hetzelfde dak.”
Gigi groeide op in een creatief gezin in Apeldoorn, als een-na-jongste van vier kinderen. Haar moeder is kunstdocent en theatervormgever, haar vader begeleidt moeilijk opvoedbare kinderen. “Als mijn vader ons op woensdag uit school kwam halen, zette hij de muziek thuis keihard aan. Hij houdt zo ongeveer van alle genres: Bach, disco, funk. Door hem ben ik begonnen met dans toen ik drie was, op mijn zesde kwam daar piano bij. Edelweiss uit The Sound of Music was het eerste nummer dat ik leerde.”
In Apeldoorn waren de Ringels een begrip, vertelt Gigi. Dat kwam niet alleen door haar ouders, maar ook door haar opa (dichter) en ooms (dj’s). Het was een “expressieve, warme familie” waarbinnen de nadruk niet per se op studeren lag, niemand werd een hoek in geduwd. “Dat was fijn, want ik ben meer een praktijk- dan theoriepersoon. Pas als ik iets kunstzinnigs mag maken, gaat de boel stromen.”
Veel regels waren er niet, al waren televisieprogramma’s als Pokémon of Totally Spies! verboden. “Dan zeiden mijn ouders: kom, we gaan lekker in magazines knippen.” Ironisch genoeg had Gigi nooit de wens om model te worden, in tegenstelling tot haar zus. “Al zo lang ik me kan herinneren was dat háár droom. Ik wilde na de havo liever naar ArtEZ, de kunstacademie.” Het liep anders: op de open dag werd ze door een student gevraagd om model te lopen in de afstudeershow. Met knikkende knieën stond ze in de coulissen, zo spannend vond ze het. Toch werd in één klap duidelijk dat ze dit wilde doen. “Ik kreeg er zo’n adrenalinekick van, het was echt fucking vet. Dat gevoel, die rush, kende ik eerder alleen van dansen. Ik wist helemaal niks van de mode-industrie, maar dacht: hier wil ik meer van.”
De weg daarnaartoe verliep enigszins aandoenlijk: ze benaderde via één mail zes agentschappen tegelijk, die ze allemaal in de cc had gezet. “Ja, heel dom. Maar nogmaals: ik had geen flauw idee.” Tot haar verbazing mocht ze op elk adres langskomen, ze koos voor Ulla Models (waar ze nog steeds zit) en zo ging haar carrière vliegend van start. “Voordat ik het wist reisde ik de hele wereld over, ik werd overal en nergens geboekt. Achteraf bezien ben ik daar wel versneld door opgegroeid. Je kunt heimwee krijgen naar de meest simpele dingen; zelf boodschappen doen bij Albert Heijn, wakker worden in je eigen bed. Het werk is fantastisch, maar erg all over the place. Zo rij je in een golfkarretje over de Bahama’s, sta je op een billboard in New York, maar kun je toch verlangen naar eenvoud.”
Model Gigi Ringel en haar yoga-journey
Al zo lang Gigi modellenwerk doet, beoefent ze daarom yoga: haar mat, die inmiddels ook de hele wereld heeft gezien, beschouwt ze als haar ‘tandenborstel’. Ze doet het elke dag, minimaal twintig minuten, of er nou een studio om de hoek zit of niet. Ook op het vliegveld legt ze af en toe een been in haar nek, of zit ze cross-legged op een stoel – opgetrokken wenkbrauwen van medeboarders inbegrepen. Het idee kwam tien jaar geleden van haar tante, die yogadocent is. “Door haar en yoga ben ik gaan begrijpen dat we ons niet te veel moeten vasthouden aan schoonheid. Ik werk in een industrie die om het uiterlijk draait, dus het is een filosofie waar ik veel aan heb. Je moet sterk in je schoenen staan om met die focus op je looks om te kunnen gaan.”
Modellenwerk maakt het verleidelijk om je te identificeren met wat je doet, zegt Gigi, niet met wat je bent. Bovendien speel je vaak een rol, dat prikkelt niet altijd om naar binnen te kijken. “Daarom werkt yoga voor mij zo goed; het maakt je humble. De focus ligt op een aardig, energiek persoon zijn, op leuk gezelschap vormen. Centraal staan vragen als: hoe beleef ik mezelf, hoe beleeft een ander mij? Hoe ga ik om met verandering, wie ben ik los van mijn werk? Het laatste wat ik wil is alleen een mooi hoofd met mooie kleding zijn.”
Toch stond niet iedereen te springen toen ze tien jaar geleden voor het eerst de mat uitklapte. “Sommige mensen uit de industrie zeiden: doe nog maar even geen yoga, daar word je te gespierd van. Nu is er dan misschien bizar dat ik op mijn 22ste al wel ruimte voor gezonde, fitte modellen, toen ik begon was dat nog minder aan de hand. Ik ben blij dat ik lak aan die kritiek heb gehad, het heeft mijn carrière juist geholpen. Op shoots krijg ik nu vaak de vraag of ik een van de yogaposes van mijn Instagram na wil doen. Lig ik daar weer, lekker op m’n kop.”
Schrijven, schrijven, schrijven
De kers op haar yoga-journey is Alternettle, het bedrijf dat ze recent met een businesspartner heeft opgezet: een ruimte in Amsterdam waar je naast yoga ook terechtkunt voor massages en acupunctuur. Veel in haar eentje zijn is, naast veel downward facing dogs, Gigi’s andere way to go om met de grillen van de mode-industrie om te gaan. Als ze zich onzeker voelt of twijfelt is de tactiek: schrijven, schrijven, schrijven. “Alleen al omdat ik het dan twee maanden later teruglees en denk: jeetje, dat ik me dáár zo druk om maakte. Het zet mijn ervaringen in perspectief, maakt het de volgende keer misschien wat minder intens.”
De plek waar Gigi zich sinds 2019 graag terugtrekt is haar huis in Amsterdam, een appartement dat ze net voor de pandemie op de kop tikte. Ze was pas 22, maar vanwege haar nomadenbestaan verlangde ze naar een eigen huis. “Het voelde alsof ik nergens een ruimte had die echt een projectie van mij was, waar ik me veilig en geïnspireerd voelde. Via je huis kun je ook iets aan anderen teruggeven, door voor ze te koken, samen muziek te luisteren. Reizen liet me zien hoe fijn het is om welkom te zijn bij anderen, en ik dacht steeds: dit wil ik ook kunnen doen. Amsterdam voelde als een logische keus: ik had er al vrienden wonen en het was dicht bij het vliegveld.”
Haar wens leverde haar een serieuze Funda-verslaving én enkele teleurstellingen op; toen ze haar droomhuis dacht te hebben gevonden, werd ze met 150.000 euro overboden. Haar huidige appartement trof ze uiteindelijk op pagina 12 van Funda aan, weggemoffeld tussen de rest. “Ik dacht: waarom staat dit er in godsnaam nog op, wat is er mis mee? Ik besloot te gaan kijken en was tot mijn verbazing de enige op de bezichtiging.”
Met de nadruk op verbazing, want de tweede verdieping aan de luidruchtige Overtoom voelde voor het model ‘als een sprookje’. Het voldeed aan al haar wensen, en dat waren er nogal wat. Hoge plafonds, een open keuken, houten vloer, ornamenten aan het plafond, veel daglicht, twee slaapkamers. Toen ze in de serre een hangmat zag hangen, was ze al helemaal verkocht. “In mijn hoofd woonde ik er eigenlijk al, want ik kon echt geen addertje onder het gras ontdekken. Het enige nadeel was de straat, maar ik dacht: ik ben een goede slaper, dit komt vast goed.”
Gigi zat bij haar ouders in de tuin toen ze het verlossende telefoontje kreeg. “De makelaar zei: spreek ik hier met een nieuwe huiseigenaar? Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Het voelde bizar dat ik op mijn 22ste al een huis kon kopen, helemaal in mijn eentje. Maar ik had er hard voor gewerkt, het was mijn eigen geld. Ik ben er wel trots op, ja.”
Het klinkt tegenstrijdig, de natuur als leidraad voor een huis in de grote stad, maar toch was dat Gigi’s wens toen ze begon met inrichten. Ze groeide zelf op in een huis met een tuin, de Veluwe was altijd om de hoek. Ook de Australische stranden zaten nog vers in haar hoofd.
“Ik wist: van die rust laad ik op. Daarom wilde ik een interieur met aardse kleuren en materialen – hout, metaal, steen, wol en glas. Bijna al mijn meubels zijn vintage op een niet-retro manier, dat voegt ook warmte toe. Ik doe graag moeite voor mijn interieur, die zoektocht maakt het eigen én satisfying om naar te kijken. Whoppah, VNTG en Reliving zijn mijn favoriete sites, daar kun je eindeloos op blijven scrollen. Het kleed in mijn woonkamer is een van de weinige dingen die niet tweedehands is, het komt van de winkel Zakaria in Amsterdam. In de showroom zag het kleed er zó cosy uit dat ik er meteen op wilde liggen. Zo leuk: de eigenaar kwam het persoonlijk bij mijn huis afleveren.”
De zelfontworpen keuken is niet alleen het centrale punt van het huis, maar ook het eerste waar Gigi mee aan de slag is gegaan. Het was, als hobby-chef, haar droom om een open keuken te hebben. “Koken staat voor mij gelijk aan thuiskomen. Ik groeide op met vlees, appelmoes en groenten; in Australië ben ik pas van koken gaan houden. Als tiener wist ik niet eens dat je pompoen kon eten, dat je van een zoete aardappel zowel iets Mexicaans als Japans kunt maken. Nu eet ik vegetarisch en ga ik graag los met kruiden. De keuken moest mijn favoriete plek in huis worden, waar ik etentjes voor vrienden kon organiseren. Het leek me mooi als het op één groot werkblad zou lijken, ideaal om met een groepje pasta te maken.”
Zo geschiedde. Ze stuurde schetsen en inspiratiebeelden op naar een houthandel, die haar geholpen heeft met het
bouwen. Het werd een L-vormige, houten keuken (“dat oogt vriendelijk”), met Boretti-oven en -vriezer. De open zijkant fungeert als display: er staan theeglaasjes en keramiek in. “Dat had ik ooit gezien op een shootlocatie, heel vet. Dat is het voordeel van modellenwerk: je komt in veel toffe huizen, restaurants en cafes, waar je stiekem fotootjes van kunt maken.”
Ook onderdeel van een typisch ‘Gigi-huis’: alle kunst is van vrienden, familie of haarzelf. In haar slaapkamer hangt een schilderij van haar oom, Rep Ringel; vriendin Peggy Kuiper is in de woonkamer vertegenwoordigd. “Alle werken zijn abstract en gedurfd, een beetje figuratief. Ik vind kleurcombinaties heel belangrijk, dat moet liefde op het eerste gezicht zijn.”
Met een grijns: “Bij mij laat zowel de kunst als de liefde niet lang op zich wachten.” Ze doelt op haar geliefde Fergus, met wie ze anderhalf jaar samen is. Ze zag hem voor het eerst op straat, later ontdekte ze via een gemeenschappelijke vriend wie hij was. “Toen hij binnenkwam bij onze eerste date dacht ik: wow, volgens mij ben ik al verliefd. Fergus is heel rustig en zelfverzekerd, maar niet op een arrogante manier. Als ik zes weken naar Australië ga krijg ik geen verwijten naar mijn hoofd, hij vindt dat alleen maar leuk voor me. Wij zijn niet minder samen omdat ik soms alleen moet opladen.”
De twee delen dezelfde stijl en smaak, zowel in kleding als interieur. Dat komt goed uit, nu haar huis binnenkort een gedeelde plek wordt. “Fergus vindt alleen sommige kleuren die ik gebruik te donker. Best grappig: ik vind ze heel veilig voelen, bijna als een soort knuffel, hij interpreteert het als zwaarmoedig. De slaapkamer gaan we dus wat lichter maken – ik wil hem niet het gevoel geven dat hij bij mij inwoont. Hij heeft de tweede slaapkamer al overgenomen, dat wordt zijn office.”
Als je Gigi vraagt naar haar definitie van succes, speelt haar huis – vooral terugkomen in haar huis – een grote rol. “Als ik alleen maar op pad zou zijn, zou ik denken: waarvoor doe ik het? Dan mis ik de unconditional love van mijn katten, de ochtendknuffels van Fergus, de vrijheid van mijn eigen huis. Ik ben een gevoelsmens, heb balans nodig. Succesvol zijn draait voor mij niet alleen om werkprestaties, het gaat ook om tijd doorbrengen met familie en vrienden, om het omarmen van het simpele. Thuis zijn voelt voor mij als de ultieme vorm van vakantie.”
Styling: Charissa Hogerheijde.
Dit interview werd eerder gepubliceerd in het maart/aprilnummer van Vogue Living 2025.